1 Een gouden kleinood van David, ter onderwijzing, voor de koorleider, op ‘De lelie van de getuigenis’;
2 toen hij gevochten had met de Syriërs van Mesopotamië en met de Syriërs van Zoba, en Joab terugkwam en de Edomieten versloeg in het Zoutdal: twaalfduizend man.
3 O God, U had ons verstoten, U had ons verbroken,
U bent toornig geweest; keer terug tot ons.
4 U hebt het land doen beven, U hebt het gespleten;
genees zijn breuken, want het wankelt.
5 U hebt Uw volk een harde zaak doen zien,
U hebt ons bedwelmende wijn laten drinken. (Psalm 60:1-5)
Er zijn nog maar weinig mensen die Gods hand zo duidelijk zien. Het leven gaat aan ons voorbij en we zien eigenlijk niet meer of willen niet meer zien hoe God betrokken is. En natuurlijk is het te makkelijk om alles maar aan God toe te wijzen als we er geen verklaring voor hebben, maar waarom niet?
We kunnen God buitensluiten, we kunnen Hem negeren, maar ga eens de uitdaging aan om God toe te laten in het leven. Het gaat er niet om dat dan alles koek en ei is, sterker nog, daar moet het juist niet om gaan. Zijn betrokkenheid mag in alle omstandigheden, Zijn goedheid mogen we ervaren in traan en glimlach.
We kunnen het een psychologisch spelletje noemen om overal God bij te betrekken zoals David dat hier doet. Maar wat als het nu waar is, wat als God echt is en niet stil zit op een troon ver hier vandaan? Wat als Hij betrokken zoals David dat heeft ervaren? Dan mag ons leven er heel anders uit zien.
Niet qua omstandigheden, dat gaat altijd door dalen en over bergen. Maar in die dalen zijn we veilig en over die bergen mogen we dansen van blijdschap. Wat David zag was niet een inbeelding, een psychologische projectie, het is de werkelijkheid waar wij ook in mogen wandelen.