8 De rechtvaardigen zullen het zien en ontzag hebben;
zij zullen om hem lachen en zeggen:
9 Zie, de man die God niet tot zijn kracht maakte,
maar op zijn grote rijkdom vertrouwde;
hij was sterk geworden door zijn schadelijk handelen. (Psalm 52:8-9)
Als christenen zijn we geen exclusief clubje die het laatst zullen lachen. Dat is misschien wel het beeld dat we krijgen uit deze verzen, christenen die de ander uitlachen omdat ze niet op God hebben vertrouwd. En bij zo’n groep zou ik ook niet willen horen, tenzij er hier wel wat van het klopt.
Ten eerste moeten we hier niet kijken naar de religie die iemand aanhangt. Want het moet onderhand wel duidelijk zijn dat David altijd zingt over mensen die hun leven zo inrichten dat God het hart van hun leven is. Het verschil is niet wat men aanhangt, het verschil zit hem in het hart, het verlangen van de mensen.
En als we dat gaan zien, ligt de scheidslijn heel ergens anders dan waar wij hopen dat hij ligt. Het verschil is ons vertrouwen in God. Waar ligt ons vertrouwen, waar zijn wij mee bezig in dit leven? Zijn wij op zoek naar rijkdom hier op aarde, zijn wij op zoek naar macht en status? Want dan zijn wij het die uitgelachen zullen worden.
Want ook in dit leven zien we dat gebeuren. Denk aan een belangrijke presentator die van de publieke omroep naar de commerciële gaat en gigantisch faalt. Hebben we dan medelijden, gaan we een inzameling doen? Vaak wordt die persoon extra hard aangepakt. Want we hebben gezien dat het vertrouwen op de verkeerde plek zat.
En zo mogen we naar deze verzen kijken. De egoïsme, de arrogantie waarin men vandaag de dag leeft. Men ziet het niet eens meer, ze denken dat het allemaal wel goed komt. Of je nu in de kerk zit of niet, een nederig leven is het echte leven waar we naar moeten verlangen. Het leven in volle vertrouwen op God.