3 Wees mij genadig, o God, overeenkomstig Uw goedertierenheid,
delg mijn overtreding uit overeenkomstig Uw grote barmhartigheid. (Psalm 51:3)
Mensen hebben het tegenwoordig over carbon footprints. Het gaat dan ongeveer om de hoeveelheid negatieve invloed die wij hebben op het klimaat. De uitspraak klinkt alsof het een blijvende voetafdruk is die we achterlaten. Iets dat niet meer ongedaan gemaakt kan worden. En dat gevoel moeten we even vasthouden als we praten over zonden.
Want we doen zo makkelijk over zonden, alsof het een foutje is waarbij we wel even weg kunnen kijken. Het bloed van Jezus gebruiken we alsof het water is, onbeperkt beschikbaar. We mogen doen wat we willen. Maar zoals David hier zijn zonde beschrijft is het een overtreding dat nu aan hem vastplakt. En dat is wat wij ons ook moeten realiseren.
Het komt allebei aan bod, de genade van God, maar ook de overtreding die uit zijn leven moet worden gehaald door de barmhartigheid van God. Hij moet het verwijderen, Hij moet het afwassen in ons leven. Dit gaat niet over een kleine aanpassing in wie we zijn, die gaat over Gods schoonmaak werk in ons leven.
We kunnen niet spelen met onze zonden, het blijft plakken. We hebben onze bevrijder, de verlosser van zonden. Het is veel erger dan die carbon footprints, maar de oplossing is veel mooier, het bloed van Jezus. Maar dat moeten we echt gaan toepassen in ons leven. De verlossing van zonden.