11 U doet ons terugdeinzen voor de tegenstander,
en wie ons haten, plunderen ons uit ten bate van zichzelf.
12 U geeft ons over als schapen om op te eten,
U verstrooit ons onder de heidenvolken.
13 U verkoopt Uw volk voor weinig geld,
U verhoogt hun prijs niet.
14 U maakt ons tot smaad voor onze buren,
tot spot en schimp voor wie ons omringen.
15 U maakt ons tot een spreekwoord onder de heidenvolken
en doet de natiën het hoofd over ons schudden. (Psalm 44:11-15)
Elk van deze verzen begint met de letter ‘U’, ze zijn allemaal op God gericht. De schrijver van de psalm geeft niet andere mensen de schuld, geeft zelfs het lot niet de schuld, maar geeft God de schuld. En hoe raar het misschien ook klinkt, wij zouden daar allemaal moeten komen.
Als we kijken naar de geschiedenis van Israel dan zien we dat de redding komt op het moment dat ze God de schuld gaan geven. En als ze God de schuld gaan geven, is God blij, want dan weet Hij dat het volk Israel begrijpt dat hun situatie voortkomt uit de relatie die zij hebben met God. Ze zijn zich weer bewust van het verbond dat zij hebben met God en begrijpen dat de consequenties werkelijkheid zijn geworden.
Het verbond met Abraham, Izak en Jakob was in de ballingschap net zo echt als toen ze het beloofde land binnen liepen. Misschien was het volk het vergeten, maar God houdt Zich aan dat verbond. En als Israel dan op het punt komt waarin het God de schuld geeft, betekent het dat men begrijpt dat dit het gevolg is van het verbond dat dit bijzondere volk heeft met de Schepper van hemel en aarde.
En daarom moeten wij ook komen op de plek dat we God de schuld gaan geven van de dingen gebeuren in ons leven. Want dat betekent dat wij ook inzien dat wij wel degelijk in een verbond leven met onze Vader in de hemel. Ons handelen heeft effect op het handelen van God, ons leven is in Zijn handen. Want dat is wat wij doen als we christen willen zijn.
Geef God de schuld, het zijn niet de buren, het zijn niet je ouders, het is God. Jouw leven is in Zijn handen, het verbond dat je bent aangegaan toen je werd gedoopt of toen je belijdenis deed werkt twee kanten op. Je leven is in Gods handen, keer je tot Hem, leef in Zijn vergeving en Zijn verlossing.