11 Maar U, HEERE, wees mij genadig, en laat mij opstaan,
zodat ik het hun vergeld.
12 Hierdoor weet ik dat U mij genegen bent:
dat mijn vijand over mij niet zal juichen. (Psalm 41:11-12)
Deze verzen laten een relatie zien die maar weinig christenen hebben. Er is in David zo’n blind vertrouwen op de Heere dat zelfs in de meest hopeloze situatie hij blijft vertrouwen op God. Want het is de Heere die hem doet opstaan, het is de Heere die hem kracht geeft. En wij hebben wel onze mond hier vol van en zeggen bij elk succes dat het de Heere was maar of dat ook echt ons geloof was is maar zeer de vraag.
En dat kunnen we beter zien als het antwoord van God nog niet is gekomen. Want als we in de put zitten en we geen uitweg zien, is God dan nog steeds onze enige hoop? Geloof is makkelijk en moeilijk tegelijk. Het is makkelijk omdat we er eigenlijk helemaal niets voor hoeven te doen. Het is moeilijk omdat we in die tijd het niet uit handen kunnen geven, met andere woorden, niets doen is veel te moeilijk.
Geloof gaat diep, geloof gaat niet over de dogma’s die we hebben, het gaat over het vertrouwen in God, nu, op dit moment. In wat voor situatie je ook zit, alle zorgen voor God neerleggen en er op vertrouwen dat God Zich daar echt mee bezig wil houden. Het is makkelijk, want Hij doet het en toch is het moeilijk want het betekent dat wij er echt op moeten vertrouwen dat Hij het ZAL doen.
Geloof gaat diep, zonder het diepe vertrouwen dat God Zich echt met ons wil bemoeien zullen we nooit het echt geloof ervaren. We zullen nooit op het punt komen dat we weten dat we genegen zijn door Hem. Dat Hij ons lief heeft en echt voor ons wil zorgen. Het is geen moeite om Zich over ons te ontfermen, in welke situatie we ook zitten. We hoeven echt niets te doen en dat is het moeilijkste van echt geloof.