7 In mijn nood riep ik de HEERE aan,
ik riep tot mijn God;
Hij hoorde mijn stem vanuit Zijn paleis,
mijn hulpgeroep voor Zijn aangezicht kwam in Zijn oren.
8 Toen daverde en beefde de aarde,
de fundamenten van de bergen sidderden en daverden,
omdat Hij in toorn ontstoken was. (Psalm 18:7-8)
Kan God boos worden als iemand ons iets slechts aandoet? Volgens David in ieder geval wel. God kwam met een heftige reactie op het moment dat David in zijn nood zich tot de Heere richtte. Hij roept God aan en God hoorde zijn stem, toen daverde en beefde de aarde omdat God in toorn ontstoken was. Blijkbaar was God niet blij om te horen dat Zijn gezalfde werd aangevallen door mensen met een kwade motivatie.
Nu moeten we uitkijken met de gedachte dat God altijd aan onze kant staat. Dat is simpelweg niet zo, Hij zal altijd naar ons hart kijken en rechtvaardig oordelen. Voor David was het in deze situatie duidelijk, hij is de gezalfde van God en werd aangevallen door onrechtvaardige mensen die hem het leven aan stonden. En daar wordt God boos om, als mensen in hun slechtheid andere mensen naar het leven staan dan gaat dat tegen Gods verlangen in.
God wil echt wel aan onze kant staan, maar Hij doet dat in rechtvaardigheid. God is niet partijdig, Hij heeft er geen behoefte om bepaalde mensen voor te trekken. Hij kijkt naar het hart en verlangt naar mensen die op Hem vertrouwen. Mensen die in hun nood zich op Hem richten. Mensen die hun lot niet in eigen handen nemen, die in hun trots niet egoïstisch zijn, maar mensen die in afhankelijkheid nederig voor Zijn troon durven te komen.
Het vraagt geloof, het vraagt vrijmoedigheid om voor Zijn troon te komen. Het vraagt het verlangen om Zijn gezalfde te zijn om in Zijn aanwezigheid te wandelen. Het vraagt een leven waarin we niet op onszelf vertrouwen maar ons leven volledig in Zijn handen leggen. Dan komen we op een punt dat we geborgen zijn in Hem en als ons dan wat wordt aangedaan zal Hij daarop reageren.
Hoe kunnen we Zijn gezalfde aanraken? Blijf van Mijn kinderen af, ze zijn van Mij, doe hen niets aan. Ze vertrouwen op Mijn bescherming en daarom word Ik toornig als iemand hen ook maar iets aandoet. Zo zal God ook over ons leven denken als wij werkelijk in Hem geborgen zijn.