2 Hij die oprecht wandelt en gerechtigheid beoefent,
die met zijn hart de waarheid spreekt.
3 Die met zijn tong niet lastert,
zijn vrienden geen kwaad doet
en geen smaad jegens zijn naaste op de lippen neemt. (Psalm 15:2-3)
De vraag in vers 1 is wie er bij God mag wonen, Niet even op visite maar zijn hele leven in Gods aanwezigheid mag zijn? Dat is een intense vraag voor diegene die daar werkelijk in geïnteresseerd is. Het gaat veel dieper dan een enkeltje hemel, het gaat dieper dan de vraag bij welke denominatie we willen horen. Het gaat om God zelf en niets er tussen, geen dominee, geen kerk, geen familie, alleen jij en God.
Het bijzondere aan het antwoord is dat het vooral over onze woorden gaat. David heeft het niet over stelen of overspel plegen, hij heeft het over diegene die de waarheid hoog in het vaandel heeft. Nu betekent dat niet dat al het andere er niet toe doet, maar David wil de aandacht op ons hart gericht hebben. Het gaat om mensen die verlangen naar de waarheid, die verlangen naar rechtvaardigheid.
Want dat is wat belangrijk is voor God. En David heeft dat ervaren in zijn eigen leven, het was Samuel die bij de zalving van David als koning moest leren om niet naar het uiterlijk te kijken want God kijkt naar het hart. En het is onze mond die laat zien wat er in ons hart leeft. Het zijn die mensen die met een verlangen naar de waarheid spreken, het zijn die mensen die bij God mogen wonen.
Soms kijken we zo op naar mensen die zo snel een antwoord hebben. Die spreken met hun hart op de tong. Maar in Gods koninkrijk is dat helemaal geen goede eigenschap. Het zijn de mensen die hun hart bewaren, die hun hart reinigen, dat zijn de mensen die het koninkrijk van God mogen ingaan. En daar moeten wij aan werken, want als wij daar aan werken dan mogen we weten dat we in Zijn aanwezigheid mogen wandelen.
Dit is niet onze zaligheid verdienen, dit is verlangen naar de waarheid. Dit is niet werken voor een plek in de hemel, dit is hopen op God, dit is geloven in het werk van Jezus. Het evangelie begint alleen te werken in ons leven als we verlangen. Zonder het verlangen naar de waarheid komen we geen stap dichter bij God.