1 Een psalm van David.
HEERE, wie zal verblijven in Uw tent?
Wie zal wonen op Uw heilige berg?
2 Hij die oprecht wandelt en gerechtigheid beoefent,
die met zijn hart de waarheid spreekt. (Psalm 15:1-2)
Een hele simpele vraag die David aan de Heere stelt. Wie mag er bij Hem komen? Het is namelijk allemaal niet zo vanzelfsprekend als we tegenwoordig doen. Om eerlijk te zijn is onze christelijke houding een vorm van gedoogbeleid geworden. We leven er op los en we denken dat door het werk van Jezus God het allemaal niet ziet. De vraag die David hier dus stelt is heel makkelijk te beantwoorden in onze ogen, een ieder die in Jezus gelooft.
En ook al zijn er veel Bijbelteksten die dit onderbouwen, als we de context van die Bijbelteksten er bij halen zullen we een heel ander verhaal zien. Denk aan het beroemde vers Johannes 3:16 waarin een ieder die gelooft het eeuwige leven zal ontvangen. Maar we hoeven maar een paar verzen door te lezen en we zien dat het toch echt om een geloof gaat waarin we onze zonden belijden, waarin we in het licht van Jezus gaan wandelen.
Het is een terechte vraag van David, want het is niet vanzelfsprekend, ook niet als je in een christelijk gezin bent geboren. Want er bestaat niet zoiets als christelijk geboren zijn. We worden pas christen als we Jezus echt gaan volgen. En als we Jezus volgen hebben we het verlangen naar rechtvaardigheid, als we Jezus volgen hebben we het verlangen naar waarheid.
Het is geen gedoogbeleid, het werk van Jezus is zo bedoeld dat we vrijmoedig naar de Vader kunnen komen. Niet omdat de Vader onze zonden niet ziet, maar omdat Hij Jezus in ons leven ziet. Jezus is de Heer geworden van ons leven en daardoor verandert ons leven. Het is niet langer ik, maar Jezus in mij die mijn leven bepaalt. En daardoor kunnen we vrijmoedig voor de troon van God komen.
Het is niet zo vanzelfsprekend, het werk van Jezus in ons leven is wat het vanzelfsprekend maakt. En dat wij dat gewoon als een pleister op ons leven plakken klopt gewoon niet. De Vader verlangt naar mensen met een rein hart in Zijn aanwezigheid. En dat verlangen blijft vandaag de dag nog steeds hetzelfde. Hij verlangt naar mensen die door het werk van Jezus zijn gewassen en gereinigd. Het werk van Jezus is het antwoord, maar dan moeten we het werk van Jezus wel toepassen op ons leven.