Slavernij?

1 Timotheus 5

1 Dienstknechten die het slavenjuk dragen, moeten hun eigen meester alle eer waard achten, opdat de Naam van God en de leer niet gelasterd worden. 2 En zij die gelovige meesters hebben, mogen hen niet minachten, omdat zij broeders zijn. Zij moeten hen juist des te meer dienen, omdat zij gelovig en geliefd zijn, en mede deelhebben aan deze weldaad. Onderwijs deze dingen en spoor ertoe aan. (1 Timotheus 6:1-2)

Er is veel om slavernij en discriminatie te doen in onze tijd, denk alleen al aan de zwarte pieten discussie. Het wordt gezien als een grote overwinning dat de slavernij is afgeschaft en met trots durven christenen ook nog te zeggen dat zij degene waren die daar aandeel aan hadden. Zonder daar in deze overdenking een oordeel over te geven moet dit eigenlijk in een ander perspectief worden gezet.

Want de vraag is hoe kijkt God naar deze discussie, als we de woorden van Paulus mogen geloven dan heeft God daar niet zo’n bijzondere mening over. Het is in ieder geval geen zonde om slaven te hebben. Sterker nog de slaven worden opgeroepen om juist blij te zijn met een christelijke eigenaar.

Het gaat namelijk om onze houding in de situatie waarin we ons bevinden. Als we een slaaf zijn moeten we daarin God vrezen, als we eigenaren zijn moeten we daarin God vrezen. Wij denken dat de situatie van belang is, maar het is ons hart dat van belang is. God zal ons daarop beoordelen. En daarom schrijft Paulus dit.

We moeten stoppen met onze omgeving de schuld geven voor onze zonden. Ook al lijkt alles om ons heen nog zo onrechtvaardig, wij zijn degene die een beslissing moeten maken. En dan maakt het niet uit in welke omstandigheden wij ons verkeren. Sterker nog, Jezus heeft het over de rijken voor wie het moeilijker is om het koninkrijk van God binnen te gaan.

En dat is hoe wij ook in ons leven moeten kijken naar onze omstandigheden. Misschien zitten we in de bijstand, misschien hebben we geen cent te makken, mooi, vertrouw op God. Misschien hebben we meer dan genoeg en kunnen we de helft weggeven, mooi, maar je hebt wel een probleem, het is allemaal niet zo makkelijk omdat je rijk bent.

Soms raken wij van het pad en gaan we ook over humanistische problemen meepraten. We moeten uitkijken, het gaat niet om de omstandigheden, het gaat om ons hart.

This entry was posted in 54 1 Timotheus. Bookmark the permalink.