1 Ik roep er dan vóór alles toe op dat smekingen, gebeden, voorbeden en dankzeggingen gedaan worden voor alle mensen, 2 voor koningen en allen die hooggeplaatst zijn, opdat wij een rustig en stil leven zullen leiden, in alle godsvrucht en waardigheid. (1 Timotheus 2:1-2)
In het vers hiervoor heeft Paulus mensen overgegeven aan satan, een harde uitspraak die hij in liefde doet. Want dat kunnen we gelijk lezen in deze verzen die daarna komen. Paulus doet zoiets namelijk niet lichtvaardig omdat hij vele malen voor die mensen in gebed is gegaan. En daar roept hij Timotheus dan ook toe op. Dat Paulus mensen bij name noemt is geen manier om te roddelen, maar om de waarheid in liefde te brengen en vooral de redding van die mensen.
We hebben vast al eerder preken gehoord over het bidden voor onze leiders en daar is niets verkeerds mee. En na de preek hebben we dan een gebedsmoment waarin we dus voor de koning en de premier bidden. Maar als we deze verzen goed lezen gaat het om veel meer dan een schriftelijk gebed dat we even naar God opsturen.
Ten eerste heeft Paulus het over smekingen, gebeden, voorbeden en dankzeggingen. Hier spreekt heel duidelijk een man van gebed waarin hij samen met God aan het werk is voor de mensen om hem heen. Gebed is voor Paulus dan meer dan wat verzoeken die hij tot God richt, gebed is een manier van leven met de Vader. Het gebed is dan praten met de Vader in afhankelijkheid voor zijn eigen leven en voor de levens van de mensen om hem heen.
Ten tweede gaat het niet speciaal om de leiders, het gaat juist om de mensen om ons heen. Paulus wil dat we daarin dan niet de leiders vergeten, want door de afstand zouden we die makkelijk kunnen vergeten. Maar de kern van de boodschap van Paulus is dat we uiteindelijk vol verlangen zijn voor de redding van de mensen om ons heen.
Gebed is dan een tijd waarin we voor de troon van de Vader komen, we vertellen Hem wat we op ons hart hebben. Daarna draaien we het om en luisteren naar wat Hij daar over te vertellen heeft en in vol vertrouwen danken we Hem voor Zijn antwoord. Soms gaan we verder en worden het smekingen, een diep verlangen om het hart van God aan te raken. Dit zijn niet de gebeden die vaak tijdens een dienst worden opgezegd, dit zijn gebeden die gebeuren als we alleen in een kamertje zijn.