9 En de Heere zei ‘s nachts door een visioen tegen Paulus: Wees niet bevreesd, maar spreek en zwijg niet, 10 want Ik ben met u en niemand zal de hand aan u slaan om u kwaad te doen, want Ik heb veel volk in deze stad. 11 En hij verbleef daar een jaar en zes maanden en gaf in hun midden onderwijs in het Woord van God. (Handelingen 18:9-11)
In de vorige overdenking werd benadrukt dat Paulus het stof van zijn voeten afschudde. Paulus wilde daarmee aangeven dat ze niet hem afwezen, maar juist God zelf. Ze hebben zelf de keuze gemaakt het nieuws van God niet aan te nemen. Het is dus niet zo dat ze Paulus aan het afwijzen zijn. Het is dus een heel sterk gebaar van Paulus, maar of het nu werkelijk Paulus niet in de koude kleren ging zitten, is de vraag.
Want blijkbaar vond God het toch wel nodig om Paulus een hart onder de riem te steken. Hij bemoedigt Paulus met de woorden dat hij niet bevreesd hoeft te zijn, hij kan gewoon praten en moet vooral niet zwijgen. Zal dit de garantie geven dat er niet nog meer tegenspraak komt? Nee, maar het geeft wel de garantie dat God voor hem is en met hem is.
Het dienen van God op het zendingsveld of in een gemeente in Nederland is niet altijd zo bemoedigend. Soms voelen we ons niet begrepen of zien we de vruchten van ons werk niet. Maar dan moeten we even goed luisteren naar wat God ons wil vertellen. Want God zal ons dan vertellen dat we vooral gewoon door moeten gaan. Hij is met ons en geeft ons wijsheid en kracht.
Maar ook voor de thuisblijvers of gemeenteleden is het belangrijk dat we ons achter de werkers scharen. Het werk van het evangelie is het werk van de hele gemeente. En daarom moeten juist de mensen aan de frontlinies bemoedigd worden. Want het gaat ons soms echt in de koude kleren zitten. De deuren die worden dicht gesmeten, de tegenstand tegen het evangelie.
En zo mogen we samen vooruit gaan en altijd doorgaan met het spreken van het evangelie. Zijn woord moet gehoord worden, Zijn verlossing moet gepredikt worden, of men het nu wil accepteren of niet. Spreek en zwijg vooral niet.