10 En toen zij langs de eerste en tweede wacht gegaan waren, kwamen zij bij de ijzeren poort die naar de stad leidt; die ging vanzelf voor hen open. En toen zij naar buiten gegaan waren, liepen zij één straat verder, en meteen ging de engel van hem weg. 11 En toen Petrus tot zichzelf gekomen was, zei hij: Nu weet ik werkelijk dat de Heere Zijn engel uitgezonden heeft en mij verlost heeft uit de hand van Herodes en uit alles wat het Joodse volk verwachtte. 12 En toen dit tot hem doorgedrongen was, ging hij naar het huis van Maria, de moeder van Johannes, die ook Markus genoemd werd, waar velen bijeenwaren en baden. (Handelingen 12:10-12)
Kunnen we het ons een beetje voorstellen wat er hier gebeurd? Het is alsof Petrus in een roes is en dan opeens wakker wordt wanneer de engel is verdwenen. En dan staat hij daar alleen in het holst van de nacht. Wat een gevoel van Gods aanwezigheid moet dat hebben gegeven, ondanks dat hij daar helemaal alleen staat.
Petrus begint zich te realiseren dat dit echt is en dat het God is die dit heeft gedaan. Het geeft hem nog meer bewustzijn van Gods betrokkenheid bij alles waar hij mee bezig is. De Heere Jezus is actief betrokken bij de gemeente en het werk dat de gemeente doet. Want dat gaat wel samen, een gemeente die niets doet is als een lichaam dat op een ziekenhuisbed ligt, het moet verzorgt worden, maar doet voor de rest helemaal niets.
Een gemeente die bezig is met de wil van de Vader zal dan ook veel sneller in dit soort situaties terechtkomen. Petrus was bezig met het verkondigen van het evangelie, de gemeente was bezig om te groeien in de liefde van Jezus en daar wil God volledig aan meewerken. Jezus heeft zelfs een plan voor gemeenten om te groeien in geestelijke zin en in aantal.
En als we zo gaan kijken naar het gemeente-zijn dan zullen er echt dingen gaan veranderen. Er zullen momenten komen waarop de hand van Jezus steeds duidelijker aanwezig is. Er zullen momenten zijn dat we niet meer weten hoe het nu heeft kunnen gebeuren en dat we dan maar 1 ding kunnen concluderen, het wat Jezus die hierbij betrokken was.
Het is tijd dat het ook tot ons doordringt dat we niet alleen zijn, dat we geen gemeente zijn omdat er een kerkgebouw staat. We zijn het lichaam van Christus waarvan Jezus het hoofd is en dat moet zichtbaar zijn in onze gemeente. Het kan niet zo zijn dat we jaar na jaar zonder ook maar 1 wonder van God doorgaan met altijd maar hetzelfde. Dan liggen we toch in een geestelijk ziekenhuisbed.