32 En de menigte van hen die geloofden, was een van hart en een van ziel; en niemand zei dat iets van wat hij bezat, van hemzelf was, maar alles hadden zij gemeenschappelijk. 33 En de apostelen legden met grote kracht getuigenis af van de opstanding van de Heere Jezus; en er was grote genade over hen allen. 34 Want er was ook niemand onder hen die gebrek leed; want allen die landerijen of huizen bezaten, verkochten die en brachten de opbrengst van het verkochte en legden die aan de voeten van de apostelen. 35 En aan ieder werd uitgedeeld naar dat men nodig had. (Handelingen 4:32-35)
Waar komt dit vandaan? Er zijn geen preken van Jezus die de discipelen opdroegen om zo te leven. En toch beginnen de eerste volgelingen van Jezus alles met elkaar te delen. Ze begrijpen in ieder geval dat ze niet langer meer hoeven te vechten voor een bestaan hier op aarde. Hun toekomst is nu met Jezus in het nieuwe koninkrijk, het Koninkrijk van God.
Ook met deze verzen weten we niet wat we aan moeten. We zijn zo comfortabel met ons leven en er zijn genoeg sociale voorzieningen in ons land. Veel van deze sociale voorzieningen zijn trouwens de erfenis van onze christelijke wortels. Het komt voort uit het werk van de kerken die vroeger meer dan nu een diaconale rol hadden.
Maar zelfs die diaconale activiteiten komen nog niet dicht bij de manier van leven zoals de eerste christenen dat deden. Zij zagen niets meer van wat zij hadden als dat het van henzelf was, ze waren zelfs bereid om alles wat ze hadden te verkopen zodat ze dat met elkaar konden delen. Er heerste werkelijk een eensgezindheid onder deze mensen.
En voordat we met excuses komen en onszelf hier proberen uit te praten, laten we nu eerst eens naar de legitimiteit kijken van deze acties. Want Jezus wandelde hier op aarde ook als iemand die hier eigenlijk niet hoorde. Hij leefde werkelijk in het Koninkrijk van God. En Hij riep de discipelen op om precies hetzelfde te doen, eerst het Koninkrijk van God te zoeken.
Het zal waarschijnlijk niet een preek van Petrus zijn geweest, dit komt voort uit het hart van de mensen. En daarom moeten we dit ook niet reguleren, we kunnen dit soort acties niet forceren. Mensen moeten vol raken van God en daaruit dit verlangen ontwikkelen. En alleen dan zal er echt een eenheid zijn onder elkaar.