27 Want wie is belangrijker: hij die aanligt of hij die bedient? Is het niet hij die aanligt? Ik echter ben in uw midden als Iemand Die dient. 28 En u bent het die steeds bij Mij gebleven bent in Mijn verzoekingen. 29 En Ik beschik u het Koninkrijk, zoals Mijn Vader dat aan Mij beschikt heeft, 30 opdat u eet en drinkt aan Mijn tafel in Mijn Koninkrijk en op tronen zit en de twaalf stammen van Israël oordeelt. (Lukas 22:24-27)
Een verrassende wending. Eerst beginnen de discipelen na te denken over wie het belangrijkste is en Jezus reageert daarop door uit te leggen dat de wereld zo denkt. Ze moeten juist naar Zijn leven keken, want Hij heeft het voorbeeld gegeven van dienstbaarheid. Maar dan komt Jezus toch opeens met een bemoediging waarin Hij aangeeft dat de discipelen op tronen zullen zitten.
Want Jezus ziet toch wel dat het deze groep mannen is die ondanks alles bij Hem zijn gebleven. Ze hebben Hem gesteund in de verzoekingen, toen vele volgelingen Hem verlieten bleven zij bij Hem. En Jezus laat nu weten dat het beloond zal worden, het is niet aan Hem en de Vader voorbij gegaan. Eens zullen zij op tronen zitten en de twaalf stammen van Israël oordelen.
Worden ze dan toch opeens wel belangrijk? Nu moeten we uitkijken dat we hier niet met onze wereldse ogen naar gaan kijken. Want dan stoppen we iedereen weer in een hokje met een bepaalde status. Maar we moeten hier vanuit de ogen van Jezus naar kijken.
De discipelen hebben laten zien dat ze sterk willen staan in het volgen van Jezus. De discipelen hebben niet opgegeven ondanks dat het wel duidelijk is geworden dat Jezus hier geen aards koninkrijk gaat stichten. Ze blijven geloven, hoe klein dat geloof soms ook is. Ze hebben bewezen dat ze ook werkelijk bereidt zijn om te dienen ondanks de fout die ze nu weer hebben gemaakt. Daarom zijn ze het waard om met Hem aan de tafel te zitten. Het is meer dan een beloning, ze hebben juist laten zien dat ze geschikt zijn voor de taak.
Zij zullen op die tronen zitten niet omdat ze dan een plek van status hebben ontvangen, maar juist omdat ze in het leven hier hebben laten zien dat ze wilden dienen. Want zo zit Jezus ook op de troon omdat Hij er voor ons wil zijn. Hij wil ons dienen ook als Hij op de troon zit. Dit is Gods hart.
Jezus heeft er vertrouwen in dat als de discipelen op die tronen zitten ze rechtvaardig zullen oordelen. En zo moeten wij ook hier op aarde leven, wij moeten laten zien dat we serieus zijn in het volgen van Jezus. We zijn niet bezig met ons eigen koninkrijk, maar met het Koninkrijk van God.