22 Maar de vader zei tegen zijn slaven: Haal het beste gewaad tevoorschijn en trek het hem aan en geef hem een ring aan zijn hand en sandalen aan zijn voeten. 23 En breng het gemeste kalf en slacht het, en laten we eten en vrolijk zijn. 24 Want deze, mijn zoon, was dood en is weer levend geworden. En hij was verloren en is gevonden. En zij begonnen vrolijk te zijn. (Lukas 15:22-24)
God haat onze zonden, maar die haat is compleet verdwenen op het moment dat we terugkeren naar Hem. Wij kunnen zolang blijven zitten met de fouten die we hebben gedaan. Maar God vergeet onze zonden direct op het moment dat wij weer terug komen naar Hem.
Het is een verschil tussen zwart en wit, het is een verschil tussen leven en dood. En wij mensen lijken de behoefte er aan te hebben om alles langzaamaan te doen. Langzaam moet het schuldgevoel in ons verdwijnen en moet het plaats maken voor de vreugde in God. Voor God is er geen grijs gebied, het is of heet of koud.
Moet God veranderen, of moeten wij veranderen? Wij moeten niet blijven steken in het proces van verlossing, in de bijbel wordt het niet voor niets ‘bekering’ genoemd. Dat betekent een ommekeer in ons leven. De zoon werd niet snel achter in een schuur verstopt zodat niemand hem kon zien en dan langzaam zou het proces van acceptatie beginnen. Nee, de vader begint een feestmaal want voor Hem is de zoon gevonden nadat al die jaren hij verloren was. Het is een nieuw begin.
Wij zelf zijn vaak degenen die blijven hangen in het schuldgevoel of in de zonden zelf. We blijven maar wat aanmodderen, maar nemen niet echt de stap op helemaal terug te keren naar de Vader. Zijn we bang voor het feest, zijn we bang voor wat onze broers en zussen zullen zeggen? Laten we helemaal opgaan in het verlangen van de Vader, de blijdschap die God heeft over elke zondaar die weer terugkomt.
Wat een heerlijke boodschap van Jezus, dit moet ons geloof geven, een vertrouwen in een goede afloop. Dit moet ons volharding geven om door te gaan naar het hart van de Vader, te wandelen in Zijn huis. Eens waren we verloren, maar nu zijn we gevonden door onze Vader in de hemel. Eens waren we dood, maar nu zijn we weer levend, laten we zo leven, laten we zo in een relatie staan met de Vader.