4 En Ik zeg u, Mijn vrienden: Wees niet bevreesd voor hen die het lichaam doden en daarna niets meer kunnen doen. 5 Maar Ik zal u laten zien voor Wie u bevreesd moet zijn: Wees bevreesd voor Hem Die, nadat Hij gedood heeft, ook macht heeft in de hel te werpen. Ja, Ik zeg u, wees bevreesd voor Hem! 6 Worden niet vijf musjes voor twee penninkjes verkocht? En niet een van die is bij God vergeten. 7 Ja, ook de haren van uw hoofd zijn alle geteld. Wees dan niet bevreesd: u gaat veel musjes te boven. (Lukas 12:4-7)
We kunnen de nadruk in het evangelie verschillend leggen. In deze vier verzen komen twee extremen bij elkaar. Er zijn denominaties die de rechtvaardigheid van God benadrukken. Een heilige God die ons zal oordelen en sommigen van ons in de hel zal gooien en anderen zal toelaten in Zijn Koninkrijk. Andere denominaties benadrukken de liefde en de genade van God. God die met Zijn armen open staat om iedereen te ontvangen.
Mensen die vanuit de gereformeerde kerken verhuisd zijn naar de meer evangelische kant, kunnen het gevoel haarfijn uitleggen. Het gevoel altijd maar fout te zijn in de ogen van God, nooit geliefd te voelen door een Vader in de hemel. Het voelt als een gebonden zijn en nooit mogen weten dat je verlost bent. Het zonden besef moet altijd sterk blijven want anders dan word je misschien trots.
Maar als we dan de verhalen horen over de genade van God, de genade die voor iedereen beschikbaar is, dan zien we ook gevaren. Mensen beginnen God niet al te serieus te nemen. God vergeeft toch wel, Hij houdt immers van ons. We moeten van het leven genieten en er uithalen wat er in zit. De poorten van de hemel staan wijdt open.
Natuurlijk zijn deze twee visies extreme vormen. Maar Jezus weet deze twee beelden in één zin uit te spreken. Aan de ene kant de vrees voor God dat Hij ons zo de hel in kan gooien. Aan de andere kant de liefde van God voor ons leven. Kijk naar de vogels, ook voor hen zorgt God, zijn wij Hem niet veel meer waard?
Dit laat zo mooi zien Wie God is. God is niet het één of het ander, God is alles in één. We kunnen Gods karakter niet opsplitsen in bepaalde categorieen, God is één. Hij is degene die ons zo de hel in kan gooien, Hij is degene die Zich over ons ontfermt, meer dan de bloemen in het veld en de vogels in de lucht.
En deze God moeten wij leren kennen. De God die Heilig is en ons leven in Zijn hand heeft. De God die vol van liefde is en ons leven in Zijn hand heeft. De God die ons eeuwige toekomst bepaalt, de God die met Zijn licht in ons leven schijnt. De God die straft en de God die genadig is. En als we maar één gedeelte van God aannemen zal ons geloof uit balans raken. Of we zullen vol angst zijn voor een boze God, of we nemen een loopje met God en zien wel waar het schip strand. God is allebei, altijd.