Geen teken

Lukas 11

29 Toen de menigte te hoop liep, begon Hij te zeggen: Dit geslacht is een verdorven geslacht; het verlangt een teken, maar het zal geen teken gegeven worden dan het teken van de profeet Jona. 30 Want zoals Jona voor de inwoners van Ninevé een teken geweest is, zo zal ook de Zoon des mensen het zijn voor dit geslacht. 31 De koningin van het Zuiden zal in het oordeel samen met de mannen van dit geslacht opstaan en hen veroordelen, want zij is gekomen van de einden van de aarde om de wijsheid van Salomo te horen en zie, meer dan Salomo is hier! 32 De mannen van Ninevé zullen in het oordeel samen met dit geslacht opstaan en het veroordelen, want zij hebben zich bekeerd op de prediking van Jona, en zie, meer dan Jona is hier! (Lukas 11:29-32)

Natuurlijk zijn wonderen een teken van God, aan de andere kant is het te betwijfelen of God wonderen gebruikt als teken. Zoals een schilder zichzelf bewijst door te schilderen, schildert hij in principe niet om zich te bewijzen, het is zijn werk en daarom doet hij het. Degene die hem inhuurt die kan zien dat de schilder goed werk levert door bij andere mensen te kijken waar de schilder al eerder wat heeft gedaan. Maar voor het werk dat nog gedaan moet worden is vertrouwen nodig in de schilder.

Er komen nu toch wel een heleboel mensen naar Jezus toe. Sensatie zoekers, want ze willen tekenen zien van wat Jezus werkelijk in Zijn mars heeft. Maar dat is niet de reden waarom Jezus wonderen doet, het is Zijn werk, het is Zijn liefde voor mensen en daarom geneest Hij hen. En dat is ook de reden waarom Hij verlangt naar geloof in mensen, er moet een verlangen zijn naar Gods werk in ons leven.

Maar dat geldt niet voor deze groep mensen. Deze mensen zijn vol van ongeloof, deze mensen betwijfelen of Jezus werkelijk van de Vader komt. En dan ziet Jezus ook geen enkele reden om een wonder te verrichten.

God doet in de eerste plaats wonderen omdat Hij om ons geeft, niet om Zichzelf te bewijzen. En daarom krijgen deze mensen geen wonder op een serveerblaadje. De mensen in Ninevé hadden zelfs geen wonder nodig om zich te bekeren, waarom zouden zij dan wel een wonder nodig hebben. Ze moeten weten wanneer God spreekt, ze moeten een verlangen hebben naar Gods werk.

En dat is het teken dat Jezus hier geeft. Jezus’ woorden moet hen aan het denken zetten. De kritiek die ze hebben moeten ze inslikken en zichzelf gaan afvragen of ze werkelijk bezig zijn met het zoeken naar God. Want de mensen in Ninevé waren vol zonden, maar op het moment dat God sprak door Jona werden ze geconfronteerd met de vraag of God blij was met hun leven. En zonder een wonder gingen ze daar over nadenken en het bracht hen op de knieën.

This entry was posted in 42 Lukas. Bookmark the permalink.