27 Het gebeurde, toen Hij deze dingen sprak, dat een vrouw uit de menigte haar stem verhief en tegen Hem zei: Zalig is de schoot die U gedragen heeft, en zijn de borsten waaraan U gezogen hebt! 28 Maar Hij zei: Veeleer zijn zij zalig die het Woord van God horen en het bewaren. (Lukas 11:27-28)
Wees nu eens dankbaar zouden we zeggen. Eindelijk een vrouw die begrijpt hoe belangrijk Jezus is. Is het niet de engel die dat ook zei tegen Maria, dat zij de gezegende is onder de vrouwen?
Natuurlijk heeft deze vrouw door hoe belangrijk Jezus is. Ze hoort Zijn woorden en is zich er van bewust dat deze woorden niet zomaar woorden zijn. Dit zijn werkelijk woorden van God. En bijna als een profetes verhief ze haar stem om deze overtuiging kenbaar te maken.
Ze zit op het randje, het randje waar wij allemaal overheen moeten stappen. Zovelen van ons weten dat Jezus bijzonder is. We weten dat Hij de Zoon van God is. Zovelen van ons gaan naar de kerkdiensten wetende dat Jezus de weg, de waarheid en het leven is. Maar Jezus wil dat deze vrouw over dat randje heen stapt en de boodschap werkelijk aanneemt in haar hart.
Het randje maakt het grote verschil. Het randje van een wetenschapsgeloof, een bewust zijn van de grootheid en heerlijkheid van Jezus, naar Jezus in ons leven. We kunnen zingen van Gods eer en lof, we kunnen Bijbelstudies hebben over Jezus liefdevolle werk, maar uiteindelijk moet Zijn Woord in ons leven. En dat is waarom Jezus net dit extra zetje wil geven. Jezus is niet negatief, Hij is vol van verlangen dat wij Zijn boodschap aannemen en er mee aan de haal gaan.
Soms hebben we het over onze geestelijke voorouders. We prijzen ze helemaal de hemel in, maar als we dan naar ons leven kijken, dan zijn we verre van dat waar onze geestelijke voorouders vol van waren. En daar wil Jezus deze vrouw voor behoeden. Kijk niet naar het uiterlijk van mijn leven, kijk naar het hart, de kern van mijn leven. Hoor naar mijn woorden en prijs de woorden niet, maar neem de woorden aan in je leven en wandel er naar.
En dat is het randje waar wij overheen moeten stappen. We zijn er van overtuigd dat Jezus onze Heer is, maar nu moeten we er ook naar wandelen. Nu moeten we werkelijk laten zien in alles wat we doen dat Jezus onze Heer is.