36 Wie van deze drie denkt u dat de naaste geweest is van hem die in handen van de rovers gevallen was? 37 En hij zei: Degene die hem barmhartigheid bewezen heeft. Jezus zei tegen hem: Ga heen en doet u evenzo. (Lukas 10:36-37)
Wat altijd bijzonder is geweest aan deze gelijkenis die Jezus hier vertelt, is dat de Samaritaan niet daar op de grond lag. De vraag van de wetgeleerde was namelijk wie zijn naaste was. Dan zou je kunnen verwachten dat Jezus een verhaal verteld waarin een persoon waar deze wetgeleerde helemaal niets mee heeft, wordt aangedragen als zijn naaste.
En ook de vraag die Jezus nu stelt aan de wetgeleerde is een omgekeerde vraag. Jezus vraagt niet wie van de drie dacht dat dit slachtoffer zijn naaste was, Hij draait het om. De vraag is wie van de drie was de naaste van deze man die door de rovers was overvallen? Het lijkt er op alsof Jezus deze wetgeleerde wil laten kijken vanuit een ander perspectief, vanuit het slachtoffer.
Bij ons ligt de nadruk altijd op de barmhartige Samaritaan, alsof hij zo’n goede man was en dat wij hem daarin maar moeten volgen. Maar Jezus wil veel meer zeggen. Jezus wil de zelf rechtvaardiging in ons leven aanpakken. Wij zijn bezig met onszelf en hoe wij overal het beste uit kunnen komen. Wij proberen de wet zo te interpreteren dat het ons goed uitkomt.
Maar de wetgeleerde is vergeten dat de samenvatting van de wet net iets langer is. ‘Heb je naaste lief als jezelf.’ Jezus vraagt de wetgeleerde om te kijken vanuit het slachtoffer. Het gaat er niet om wie onze naaste is, het gaat er om dat wij hetzelfde voor een ander zouden doen als dat wij van hen verlangen als wij in dezelfde situatie zitten.
We kunnen niet zelf gaan kiezen wie onze naaste is, we moeten de naaste lief hebben als onszelf. En iemand wordt onze naaste als diegene op ons pad komt. De redenatie van de wetgeleerde moeten we uit ons leven bannen. Altijd maar weer afvragen wat we moeten doen in ons leven, we moeten het gewoon doen. En dat is de boodschap van Jezus.
Soms zijn wij bang dat we teveel doen. Vraagt Jezus wel van ons dat we dit allemaal moeten doen? Mogen we echt geen plezier hebben? We mogen toch voor onszelf opkomen? Maar deze vragen zijn nutteloos, ze zijn er niet op gericht om Gods verlangen werkelijk te gehoorzamen, ze zijn er op gericht om onszelf te rechtvaardigen.
Jezus zegt: ‘Ga heen en doet u evenzo.’