17 De zeventig zijn teruggekeerd met blijdschap en zeiden: Heere, zelfs de demonen zijn in Uw Naam aan ons onderworpen. 18 Hij zei tegen hen: Ik zag de satan als een bliksem uit de hemel vallen. 19 Zie, Ik geef u de macht om op slangen en schorpioenen te trappen en de macht over alle kracht van de vijand; en niets zal u schade toebrengen. 20 Verblijd u echter niet daarover dat de geesten aan u onderworpen zijn, maar verblijd u erover dat uw namen opgeschreven zijn in de hemel. 21 Op dat moment verheugde Jezus Zich in de geest en zei: Ik dank U, Vader, Heere van de hemel en van de aarde, dat U deze dingen voor wijzen en verstandigen verborgen hebt, en ze aan jonge kinderen hebt geopenbaard. Ja, Vader, want zo was het Uw welbehagen. (Lukas 10:17-21)
Juist op dat moment richt Jesus Zich tot de Vader en vol blijdschap dankt Hij de Vader. Maar waarom?
De 70 komen net terug van een enerverende reis waarbij de demonen zelfs luisterden. Jezus is blij met het geloof dat ze hebben en voedt dat geloof nog extra door hen te laten weten dat ze in deze kracht mogen blijven wandelen. Niets zal er met hen gebeuren, ze hebben alle autoriteit over het kwaad. Eindelijk hebben ze het geloof en hoeft Hij hen niet te vertellen dat ze kleingelovigen zijn.
En daarvoor dankt Jezus de Vader, want Hij heeft deze heerlijke boodschap geopenbaard. En aan wie? Juist aan de niet-geleerden, aan de simpele mensen die kunnen geloven als kinderen. En juist daarin schept God blijdschap. Deze openbaring van een geloof zonder alle theologische kennis die de schriftgeleerden hadden wil God gebruiken om te laten zien dat geloof simpel is.
Jezus is blij met de keuze van God om dit geloof te openbaren aan de gewone mensen bij wie de kennis niet in de weg zit. En wij mogen met Jezus ook blij zijn, omdat geloof niet afhankelijk is van hoeveel wij weten, maar afhankelijk is van hoe goed God is. Deze 70 wisten waarschijnlijk niet elk detail van de wetten van Mozes, maar ze hadden wel het geloof om de demonen uit te werpen.
Laten we hongerig zijn voor deze openbaring die de Vader ons wil geven. Een openbaring die werkelijk de bron is voor ons geloof.
In onze gemeente hier in India zijn er mensen die niet eens kunnen lezen en toch hebben ze geloof. Vaak een groter geloof dan wij in het westen. Wij die zo wijs zijn in onze eigen ogen en deze mensen graag iets zouden willen meegeven over hygiëne of levensonderhoud. Als we werkelijk ons hart openen zullen we nederig moeten erkennen dat hun geloof kinderlijk eenvoudig is. En dat is het geloof dat God openbaart.