31 En zij smeekten Hem dat Hij hun niet zou bevelen in de afgrond te gaan. 32 En er was daar een grote kudde varkens aan het weiden op de berg. Zij smeekten Hem dat Hij hun zou toestaan daarin te gaan. En Hij stond het hun toe. 33 En de demonen gingen uit de man weg en gingen in de varkens; en de kudde stortte van de steilte af het meer in, en verdronk.(Lukas 8:31-33)
Dit is wat er gebeurt als de demonen controle krijgen, ze zijn uit op vernietiging. Jezus geeft de demonen toestemming om zich te vestigen in de varkens. Let wel, Jezus is degene die toestemming moest geven. Ze konden niets uit eigen beweging meer doen, Jezus is de Heer en Meester.
Er zijn momenten dat de discipelen dit ook konden doen. Zij hadden ook de autoriteit om demonen uit te drijven en mensen te bevrijden van deze gebondenheid. Er zijn ook momenten dat het ze niet lukte en dan geeft Jezus aan dat het komt omdat ze nog niet in die mate hun leven hebben overgegeven in bidden en vasten zoals Hij. De relatie tot de Vader is dan nog niet zo sterk dat ze ook in die autoriteit kunnen wandelen.
13 En enkele van de rondtrekkende Joodse duivelbezweerders waagden het de Naam van de Heere Jezus uit te spreken over hen die boze geesten hadden. Zij zeiden: Wij bezweren u bij Jezus, Die door Paulus gepredikt wordt. (Handelingen 19:13)
Een ander voorbeeld is wanneer er een groep mannen ook demonen proberen uit te werpen in de naam van Jezus terwijl zij Hem helemaal niet kennen. Ze gebruiken alleen maar de naam van Jezus, over Wie Paulus predikt. Als we het verhaal verder lezen dan zullen we zien dat de demonen geen respect hebben voor deze mannen, want zij weten dat deze mannen Jezus helemaal niet kennen.
In Jezus kunnen wij ook deze autoriteit hebben, als een Vader die achter zijn kleine zoon staat en even de spierballen laat zien, zo staat God achter ons op het moment dat wij worden geconfronteerd met de leugenaar. Maar dan moet ons geestelijk leven wel echt zijn, dan moeten wij Jezus ook werkelijk kennen. Want de demonen zien het verschil wel.
De demonen gehoorzaamden en gingen uit de man weg en in de varkens. En daarna doen ze waar ze goed in zijn, vernietigen. Jezus kwam ook om deze mensen te bevrijden. Ook dit is het evangelie, ook dit is het verlangen van God, de bevrijding van het kwaad. En ook vandaag de dag is dit één van de taken van de kerk. Niet om te laten zien hoe stoer we zijn, maar omdat er mensen zijn die gebonden zijn en niet vrij kunnen wandelen voor God.