14 En Hij ging naar de baar toe en raakte die aan (de dragers nu stonden stil) en Hij zei: Jongeman, Ik zeg u, sta op! 15 En de dode ging overeind zitten en begon te spreken. En Hij gaf hem aan zijn moeder. 16 En vrees greep hen allen aan en zij verheerlijkten God en zeiden: Een groot Profeet is onder ons opgestaan; en: God heeft naar Zijn volk omgezien. 17 En het gerucht over Hem ging rond in heel Judea en in heel de omgeving. (Lukas 7:14-17)
Het is zo gewoon geworden, Jezus komt als een baby hier op aarde. We vieren het elk jaar, maar wat doet het met ons? Jezus liep op de baar af waar de dode jongeman op lag. Alles wat Jezus deed was zeggen dat hij moest opstaan en de jongen stond op. Het is een goddelijke autoriteit die hier spreekt en zelfs de dood moet daar naar luisteren.
Vrees greep hen allen aan, want hier spreekt geen gewone man, Hij is tenminste een groot Profeet. Maar één ding is duidelijk, God heeft naar Zijn volk omgekeken. En in die context moeten wij het kerstevangelie ook zien. Het moet ons vrees geven voor een almachtige God die naar Zijn schepping omkijkt.
Deze joden zagen deze wonderlijke gebeurtenis als een bewijs dat God weer naar hen omkijkt. Ze vreesden God weer, want ze waren zich weer bewust van de almachtige God die zelfs de doden kan opwekken. Ze vreesden God omdat Hij aan het werk was door deze man. Dit is geen angst, dit is een bewustzijn van een God die almachtig is en bewust bezig is met ons leven. En vanuit dit bewustzijn wandelen wij.
Het kerstverhaal moet ons vrees geven, een bewustzijn dat er werkelijk een God is die naar ons omkijkt. Een God die almachtig is en in Zijn almacht Zijn Zoon naar de aarde zond. Een vrees voor elke dag van ons leven want daar in een stal werd de ZOON van de levende God geboren in een voederbak. Een vrees omdat ons leven niet losstaat van die ene gebeurtenis waar zelfs de jaartelling naar terug telt.
De herders, de wijzen, Jozef en Maria, alle mensen die er bij zijn, zijn betrokken bij een heerlijk stuk geschiedenis. Een geschiedenis die ons leven heeft veranderd. Laten we om de kerstboom heen kijken en ons realiseren dat we God mogen vrezen met heel ons hart, want: ‘Vrede op aarde, in de mensen een welbehagen.’