24 Maar wee u, rijken, want u hebt uw troost al. 25 Wee u, die verzadigd bent, want u zult hongerlijden. Wee u die nu lacht, want u zult treuren en huilen. 26 Wee u, wanneer alle mensen goed van u spreken, want hun vaderen deden evenzo met de valse profeten. (Lukas 6:24-26)
Nog een reden om de zaligsprekingen van Jezus letterlijk te lezen. Want na de zaligsprekingen komen de woorden die angst moeten inboezemen. En die woorden zijn precies het tegenovergestelde van wat Jezus in de zaligsprekingen zei. En ook deze woorden zijn ook absoluut geen beeldspraak.
Jezus heeft het over mensen die rijk zijn, die meer dan genoeg te eten hebben en genoeg plezier in het leven hebben. Met andere woorden, mensen die met volle teugen van het leven hier op aarde genieten en er helemaal onderdeel van zijn, zij moeten zich achter de oren krabben. Want zij zitten in de verkeerde boot, want zij zullen degene zijn die uiteindelijk hongerig en angstig zullen zijn.
Dit doet pijn, want dit is toch niet het beeld dat wij hebben bij het evangelie. Wij hebben het beeld van een rijk en wel gezegend leven. En zeker die verzen staan ook in de bijbel, de beloften van zegeningen en bescherming. Maar we moeten die zegeningen wel in een context zien en dat is de context van het koninkrijk der hemelen, het koninkrijk waar wij eerst naar moeten verlangen en dan zullen al die beloften en zegeningen vervuld zijn.
Maar dat koninkrijk is nu net niet gewenst hier op aarde, deze wereld haat dat koninkrijk en zo gauw wij daar onderdeel van worden, zijn wij ook gehaat. Het gaat er niet om dat wij een leven in armoede hebben en in een klooster doorbrengen, wat trouwens voor de meesten voor ons helemaal niet zo slecht zou zijn. Het gaat er om dat wij moeten inzien dat het niet gaat om de positie die wij hebben in deze maatschappij. Het gaat erom dat wij helemaal in afhankelijkheid van God leren leven en dat leren we in armoede en verdriet, dat leren we als we in nood zijn en niet als we alles al hebben.
Daarom moeten we verheugd zijn en dansen van geluk op het moment dat we even niets meer hebben, dat we in nood zijn. Want dat is het moment dat we door gaan krijgen dat we God nodig hebben, dat we helemaal niet bij deze wereld horen. Want de wereld heeft nu alles al wat men wil en daar moeten wij niet bij willen horen.
Het is een boodschap die we niet snel van het preekgestoelte zullen horen, maar het is wel de boodschap van Jezus. Want Jezus wist als geen ander, als de Zoon van God, dat de wereld ons niet wil ontvangen en dat we het daarom niet altijd even makkelijk zullen hebben. En daar moeten wij blij zijn, want dan weten we dat het God zal zijn die ons zal belonen.