6 Het gebeurde ook op een andere sabbat dat Hij in de synagoge kwam en onderwijs gaf. En er was daar iemand, van wie de rechterhand verschrompeld was. 7 De schriftgeleerden en de Farizeeën letten scherp op Hem of Hij op de sabbat genezen zou, om iets te kunnen vinden om Hem te beschuldigen. 8 Maar Hij kende hun overwegingen en zei tegen de man met de verschrompelde hand: Sta op en ga in het midden staan; en hij stond op en ging daar staan. (Lukas 6:6-8)
Hoe zou Jezus nu weten wat zij denken? Het zou kunnen zijn dat Hij in de hoofden van deze mannen kan kijken, maar er is ook een simpelere manier. Het kwaad is ook voorspelbaar, het wil altijd iets vernietigen, altijd iets kapot maken. Het kwaad infecteert mensen met egoisme, zodat er niet logisch meer wordt nagedacht. Zo ook bij deze mannen, ze denken niet meer logisch na en zoeken alleen dat wat het kwaad wil.
Het staat er niet hoe Jezus dit wist, maar we weten in ieder geval dat Hij het wist. Niets is verborgen voor Hem, Hij kent onze motivatie beter dan dat wij het kennen. Hij weet waaruit wij willen leven. Soms hebben wij onszelf er zo van overtuigd dat wat wij doen uit goeddadigheid is of uit geloof, maar uiteindelijk als we diep gaan nadenken over onze motivatie komen we er achter dat het helemaal niet voor God is, maar voor onszelf.
Motivatie is hierbij het sleutelwoord. Veel van de sociale wetenschappen richten zich op aangeleerd gedrag en ervaringsemoties. Er wordt gegraven in ons verleden om zo de basis van ons handelen van vandaag te kunnen analyseren. En dan worden er plannen gemaakt voor hoe we dit gedrag kunnen ombuigen zodat het gedrag acceptabel is voor de maatschappij.
Maar Jezus kent ons hart, Hij weet wat onze motivatie is. Als we daar nu eens beginnen, als we Hem nu eens in ons hart laten kijken, dan zouden we er wel eens veel gezonder uit kunnen komen dan dat we met uren van therapie ooit zullen kunnen bereiken. Hij kent de overleggingen van ons hart, de overleggingen die voor ons niet meer zichtbaar zijn. Hij weet waar wij geconfronteerd moeten worden en wat wij moeten afbreken in ons leven.
Want dat is wat Jezus hier doet met de religieuze leiders, Hij wil confronteren waar het pijn doet. Hij wil de zwakke plek bloot leggen, de plek waar de motivatie krom loopt. Zij moeten leren dat God groter is dan hun denken, Gods hart van liefde groter is dan dat de wet kan beschrijven. Zij moeten leren dat er wat afgebroken moet worden in hun eigen hart in plaats van anderen bekritiseren.
Jezus confronteert, en dat zien we overal in de bijbel. Niet de zondaren, niet de nooddruftigen, zij worden ontvangen met open armen door de liefde van God, maar zij die het beter weten, zij krijgen een spiegel. Laten we zo ook naar ons eigen leven kijken, hebben wij niet een spiegel nodig?