31 Wat zullen wij dan over deze dingen zeggen? Als God voor ons is, wie zal tegen ons zijn? 32 Hoe zal Hij, Die zelfs Zijn eigen Zoon niet gespaard maar voor ons allen overgegeven heeft, ons ook met Hem niet alle dingen schenken? (Romeinen 8:31-32)
Wat anders kunnen we concluderen? Als dit niet overtuigend genoeg is, wat anders willen we in dit leven? Als God voor ons is wie zal dan tegen ons zijn? Als God niet Zijn eigen Zoon gespaard heeft maar Hem voor ons heeft overgegeven zal hij dan niet met Hem ons alle dingen geven?
Dit zijn de vragen die Paulus nu stelt, retorische vragen die ons er alleen maar van overtuigen dat er niets anders in dit leven is dan God alleen. De vanzelfsprekendheid druipt van de woorden van Paulus af. Waarom zouden we twijfelen, waarom zouden we denken dat het anders is? God is voor ons en niet tegen ons, laten we daarom alle twijfel overboord gooien en God vertrouwen op Zijn liefde voor ons.
3 Vertrouw niet op edelen, op het mensenkind, bij wie geen heil is. 4 Zijn geest gaat uit hem weg, hij keert terug tot zijn aardbodem; op die dag vergaan zijn plannen. 5 Welzalig is hij die de God van Jakob tot zijn hulp heeft, die zijn verwachting stelt op de HEERE, zijn God, 6 Die hemel en aarde gemaakt heeft, de zee en al wat daarin is; Die voor eeuwig de trouw bewaart, (Psalm 146:3-6)
Het moet vanzelfsprekend worden dat wij ons vertrouwen voor de 100% in God leggen. Er is geen enkele reden om er ook maar een seconde aan te twijfelen, God is voor ons en wat Hij doet in ons leven is er om ons te helpen om in de perfectie te leven zoals God het geschapen heeft.
Het moet in onze dna zitten, God is voor ons en niemand kan ons dat afpakken, God staat boven alles, Hij is de Schepper van hemel en aarde. Elk moment mogen we er van doordrongen zijn. Wat hebben we dan te klagen, wat hebben we dan te mopperen? Helemaal niets. God is voor ons zal Hij dan niet alles geven? Natuurlijk, God wil alles geven aan ons.