9 Wat dan wel? Zijn wij voortreffelijker? Beslist niet! Wij hebben immers zojuist én Joden én Grieken beschuldigd dat zij allen onder de zonde zijn,10 zoals geschreven staat: Er is niemand rechtvaardig, ook niet één,11 er is niemand die verstandig is, er is niemand die God zoekt.12 Allen zijn zij afgedwaald, samen zijn zij nutteloos geworden. Er is niemand die goeddoet, er is er zelfs niet één. (Romeinen 3:9-12)
Het blijft dezelfde strekking hebben, de boodschap die Paulus uitdraagt in deze eerste hoofdstukken. Er is niemand rechtvaardig, niet één. Niet erg opbeurend en zeker met de sterke trots die in elk mens leeft lijkt het niet echt makkelijk om het te accepteren.
19 En dit is het oordeel, dat het licht in de wereld gekomen is, en de mensen hebben de duisternis liefgehad, meer dan het licht, want hun werken waren slecht. (Johannes 3:19)
Hoe vriendelijk wij Nederlanders ook zijn, dit is onze realiteit. Ook wij hebben deze realiteit in ons leven. En ook deze kant van ons leven moeten we accepteren. Ik weet dat mensen hier verschillend over denken, van de extreme zondaarsbewuste mensen tot extreme heiligheidsbewuste mensen. Maar het feit is dat we allemaal met deze kant te maken hebben. Het verschil zit hem niet of we hier nu wel of niet in geloven maar hoe we er mee om gaan.
De hele gedachte van goede mensen die het wel verdienen om christen te worden bestaat niet. Er is niemand goed genoeg om gered te worden. Daar is Paulus duidelijk over. Wij zijn niet beter dan die moordenaar, wij zijn niet beter dan welke crimineel ook. En dit moet onze basishouding zijn. Niet uit trots dat wij onszelf op de schouder kunnen kloppen over hoe welbewust wij zijn van onze zondige natuur, maar uit afhankelijkheid van Gods trouw en goedheid.
Dit moet het blok zijn aan ons been, dit moet het schuldgevoel in ons hart zijn. Niet om zo ons hele leven er onder gebukt te gaan, maar om bij het kruis uit te komen. Want daar zullen we het antwoord zien, het antwoord dat Paulus ons ook zal geven in hoofdstuk 8 van dit bijbelboek.
En vooruitlopend op dat antwoord dat Paulus zal gaan geven wil ik gelijk waarschuwen voor een flierefluiter christelijk leven. Zolang wij hier op aarde wandelen zullen we worden geconfronteerd met deze zondig natuur die maar niet wil opgeven. En de enige manier om er mee om te gaan is niet het te ontkennen, maar er niet meer naar te luisteren.
De mens heeft niets van nature in zich om God te zoeken. Het is Gods genade en liefde dat Hij weer tot ons kwam en toch de hand uit stak. En wij mogen die aanpakken en een nieuw leven ontvangen die niets met deze oude natuur te maken wil hebben. Zolang wij niet de Heilige Geest hebben ontvangen zijn wij nutteloos.