8 Hun echter die twistziek zijn en ongehoorzaam aan de waarheid, maar gehoorzaam aan de ongerechtigheid, zal gramschap en toorn vergolden worden. 9 Verdrukking en benauwdheid zullen komen over de ziel van ieder mens die het kwade teweegbrengt, eerst over de Jood, en ook over de Griek, 10 maar heerlijkheid en eer en vrede over ieder die het goede werkt, eerst over de Jood, en ook over de Griek. 11 Want er is geen aanzien des persoons bij God. (Romeinen 2:8-11)
Voordat we verder gaan met Romeinen wil ik één ding duidelijk maken. Paulus schrijft een hele brief en geen hoofdstukken aan de gemeente in Rome. En om deze brief goed te begrijpen moeten we hem minimaal twee keer lezen. Want deze confronterende teksten moeten we zien in de context van het hoogtepunt van dit bijbelboek. En dat hoogtepunt zullen we vooral in hoofdstuk 8 tegenkomen.
Hoofdstuk 8 is het hoofdstuk van een leven naar de Geest, een leven waarin we weten dat we kinderen zijn van onze Schepper. Maar voordat we bij dit hoofdstuk aankomen wil Paulus ons door een moeras aan wereldse realiteit trekken. En de juiste manier om dit te lezen is het ons aan te trekken in gebed en wie de schoen past trekt hem aan. Wat we zeker niet moeten doen is dit naast ons neerleggen als irrelevant.
Want het is relevant om te weten hoe de wereld in elkaar zit en dus ook hoe ons ‘oude’ leven in elkaar zit. Het oude leven (het vlees) wil elke keer weer de kop op steken en ons leven weer overnemen.
Deze verzen willen ons waarschuwen dat Gods oordeel nog altijd staat. De grote dag van het oordeel van God is niet opeens geweken nu Christus aan het kruis is gestorven. Er is wel wat veranderd. Jezus zal een goed woord voor ons doen bij de Vader. Als Jezus ons erkent voor de Vader zullen wij positief worden geoordeeld. Maar dan moet Jezus wel de Heer worden van ons leven.
Gods rechtvaardig oordeel is nog steeds hetzelfde. Het goede zal God met het goede belonen, het kwade zal met gramschap en toorn worden beloond. Nog steeds hebben we als mens hier op aarde deze verantwoordelijkheid. Leven we tot eer van God of leven we in ons vleselijk leven, het kwaad.
Jezus is gekomen om deze verantwoordelijkheid te dragen in Zijn kracht. Door Zijn werk mogen we worden gereinigd en worden geheiligd. De grote dag komt er aan en ook wij kunnen niet aan die dag ontsnappen. Maar we mogen vol vertrouwen voor Gods troon staan en de eer en vrede van Hem ontvangen.