1 Ook u heeft Hij met Hem levend gemaakt, u die dood was door de overtredingen en de zonden, 2 waarin u voorheen gewandeld hebt, overeenkomstig het tijdperk van deze wereld, overeenkomstig de wil van de aanvoerder van de macht in de lucht, van de geest die nu werkzaam is in de kinderen van de ongehoorzaamheid, 3 onder wie ook wij allen voorheen verkeerden, in de begeerten van ons vlees, door de wil van het vlees en de gedachten te doen; en wij waren van nature kinderen des toorns, evenals de anderen. (Efeze 2:1-3)
Toen ik opgroeide leerde ik heel iets anders. Ik leerde dat we nu eenmaal zondaars zijn en daarin vastzitten. Jezus is voor onze zonden gestorven zodat we ondanks ons zondige bestaan toch naar de hemel kunnen. Het is trots om te denken dat we zonder zonden zijn en als die gedachte eenmaal wordt geuit zitten we vast en kunnen we nergens meer heen. Want al het verlangen naar een vrij leven kan dan al zondig zijn, het is een utopie om te denken dat we zonder zonden kunnen leven.
In de bijbel merk ik dat de discussie over zonden heel anders wordt gevoerd. De enkele teksten die aangeven dat er niemand zonder zonde is moet goed in de context worden gelezen om ze te begrijpen. Maar de vele teksten zoals deze in Efeze 2 laten juist een heel ander verhaal zien. Ze roepen juist op om ons wel te richten op een leven zonder zonden.
Dit klinkt extreem, maar voor Jezus en de apostelen was het een ander verhaal. Waar wij in onze tijd ons richten op de vergeving van de zonden richten zij zich juist op de verlossing de zonden. Als we vers 1 lezen zien we duidelijk dat Paulus het over die verlossing heeft.
Leven in zonden is een dood leven. Daar is het leven van God nog niet geopenbaard. Voor Paulus staan zonden en dood tegenover vrijheid, leven en heiligheid. En dat moet voor ons ook de leidraad zijn in het leven. Zonde is dood er zit geen leven in zonde. En als we de kracht van Efeze 1 begrijpen, begrijpen we ook waarom wij niet langer in de dood wandelen, maar dat we bevrijd zijn van de dood.
In vers 2 staat het woord ‘voorheen’ en dat moet in ons leven ook de praktijk worden. Wij moeten in Jezus ook verlost zijn, de zonden achter ons laten. Niet langer is het meer een bepalende factor in ons leven. Niet langer zijn het de kwade overheden van deze wereld die ons de baas zijn. Wij zijn bevrijd, verlost en daar moeten wij ons geloof mee voeden. Niet de leugen dat de zonde altijd onze baas zal blijven, maar de waarheid dat we verlost zijn van de dood.