11 Want dit is de boodschap die u vanaf het begin gehoord hebt, dat wij elkaar moeten liefhebben; 12 niet zoals Kaïn: hij was uit de boze en sloeg zijn broer dood. En waarom sloeg hij hem dood? Omdat zijn werken slecht waren en die van zijn broer rechtvaardig. (1 Johannes 3:11-12)
Johannes wil het voorgaande afsluiten met deze conclusie. Johannes heeft laten weten dat er uit de duivel geen enkel goeds kan komen en uit God kan geen enkel kwaad komen. Als wij kwaad doen, komt dat niet bij God vandaan, maar bij de duivel. We gehoorzamen op dat moment het kwaad.
Met deze conclusie wil Johannes dat we naar onze eigen hart durven te kijken. Op het moment dat wij zonde doen, heeft de duivel ons in zijn macht, hij bepaald wat wij doen. Op het moment dat je zondigt geef je de duivel het recht van inspraak in jouw leven. En het gevolg van die inspraak is dat wij geen liefde hebben voor onze broeder maar juist haat.
Johannes geeft ons een handvat om ons eigen leven te kunnen controleren. Waaruit handelen wij? Uit zelfverdediging om onze zonde maar niet los te laten? Proberen we alles wat ons confronteert met ons zondige leven uit de weg te houden, zoals Kain dat deed? Dat is de leugen van de duivel.
Als wij werkelijk uit God leven komt er een liefde in ons leven voor onze naaste. En dat is Gods verlangen geweest vanaf het begin. Dat mensen in liefde met elkaar leven. En dat zal ook de eerste vrucht zijn in ons leven als wij uit God beginnen te leven.
Het handvat dat Johannes hier geeft is dit controlepunt, hebben wij onze naaste lief. Als dat niet zo is dat worden wij niet geleidt door God, maar worden we geleidt door de leugenaar.