32 Dat gebeurde opdat het woord vervuld zou worden dat Jezus gesproken had, toen Hij aanduidde wat voor dood Hij zou sterven. 33 Pilatus dan ging het gerechtsgebouw weer in, riep Jezus en zei tegen Hem: Bent U de Koning van de Joden? 34 Jezus antwoordde hem: Zegt u dit uit uzelf of hebben anderen het u over Mij gezegd? (Johannes 18:32-34)
Het gaat Jezus om een eerlijk hart. De vraag die Pilatus hier aan Hem stelt komt niet uit zijn hart, het komt puur uit de eis die de geestelijke leiders aan hem stellen. Dat is de reden waarom Jezus aan Pilatus vraagt of dit uit hemzelf komt of door anderen in zijn oren is gefluisterd.
God kent de waarheid, Hij is de waarheid er zijn geen geheimen voor Hem. Niet wat wij in het geheim proberen te doen en niet wat er in de toekomst zal gebeuren. Alles is voor Hem openbaar. Jezus had al gesproken over de manier waarop Hij zou komen te overlijden. En zo zou het ook gebeuren, dit weet Hij uit God. De waarheid is openbaar voor Hem. Het kon niet anders gebeuren dan hoe Hij het had voorzegd.
Dit moet ook de kern van ons leven zijn. Er zijn geen geheimen voor God in ons leven. Hij weet alles, en Hij geeft nooit op. Pilatus was alleen nog maar bezig met het probleem waarmee de geestelijke leiders deze ochtend voor zijn kantoor stonden, maar bij Jezus gaat het alleen maar om de waarheid. De waarheid van de weg die Hij zal moeten afleggen.
En dat is ook de waarheid over Zijn koningschap. Inderdaad is Hij de Koning der Joden, maar dat was niet de vraag van Pilatus. Maar dat is wel het antwoord van Jezus. Alles wat Jezus wilde weten: ‘wil je dit echt weten of komt dat alleen maar voort uit wat mensen over mij proberen te zeggen?’ Als Pilatus het echt willen weten, dan had Jezus volmondig ‘ja’ gezegd.
Als wij eerlijk zijn naar Jezus, zal Hij ons de waarheid openbaren. De waarheid die wij moeten weten over Hem. Hij weet alles en in Zijn armen zijn we veilig hoe onze toekomst er ook uitziet. Durven wij in zo’n relatie met Hem te staan?