24 Annas nu had Hem gebonden naar Kajafas, de hogepriester, gezonden. 25 En Simon Petrus stond zich te warmen. Zij zeiden dan tegen hem: Bent ook u niet een van Zijn discipelen? Hij ontkende het en zei: Dat ben ik niet. 26 Een van de slaven van de hogepriester, die familie was van hem bij wie Petrus het oor afgeslagen had, zei: Heb ik u niet met Hem in de hof gezien? 27 Petrus dan ontkende het opnieuw. En meteen kraaide de haan. (Johannes 18:24-27)
Jezus had het gezegd, nog voor de haan zou gekraaid hebben. Of in onze taal gezegd, nog voordat deze nacht voorbij is heb je mij verloochend. Drie maal. We kunnen zoveel van Petrus zeggen, maar hoe vaak zitten wij vroom in de kerk en nog voordat we thuis aangekomen zijn, hebben we alles vergeten.
Petrus wilde dit absoluut niet, maar zijn eigen leven was hem op dat moment even meer waard dan een leven voor Jezus. Zo simpel is deze wiskunde. Het enige wat er bij Petrus gebeurd, is dat hij voor de keuze wordt gesteld en wij niet.
We kunnen nog zo vroom zijn in onze woorden, we kunnen nog zo christelijk lijken, maar wat doen wij als we voor deze situatie staan? Petrus heeft zelfs nog het zwaard getrokken, de enige fout die hij maakte was dat hij de situatie niet begreep, maar hij was wel bereidt.
Misschien een ander verschil met ons, is dat hij zich zo slecht voelde dat hij begon te huilen. Wat doen wij als we Jezus verloochenen op ons werk of net buiten de kerk? Gebruiken we dit voorbeeld van Petrus om onze eigen verloocheningen goed te praten? Zelfs Petrus heeft Jezus verloochend, dan kunnen wij dat toch ook doen.
Wat zou Petrus tegen ons zeggen? Wees eerlijk naar Jezus, zoek naar Zijn wil zodat je die mag volgen. Zijn wil geeft ons duidelijkheid zodat we Jezus niet hoeven te verloochenen. Wees niet sterk in je eigen overtuiging, maar wees sterk in je liefde voor Jezus. Altijd en overal. Alleen dan kan je blijven staan op het moment dat er aan jou gevraagd of je ook bij Hem hoort.