25 Jezus zei tegen haar: Ik ben de Opstanding en het Leven; wie in Mij gelooft, zal leven, ook al was hij gestorven, 26 en ieder die leeft en in Mij gelooft, zal niet sterven in eeuwigheid. Gelooft u dat? 27 Zij zei tegen Hem: Ja, Heere, ik geloof dat U de Christus bent, de Zoon van God, Die in de wereld komen zou. (Johannes 11:25-27)
Weer is er een ‘Ik ben’ uitspraak van Jezus. Jezus weet Wie Hij is, Hij weet dat alles van Hem afhangt. De kern van de ‘Ik ben’ uitspraken is dat Jezus Zichzelf opwerpt als de enige sleutel naar een leven met God. Hij is alles in dit leven dat we nodig hebben voor een werkelijk leven.
Veel mensen zien dat niet in Jezus. Zij zien veel andere dingen in Jezus maar niet dat Hij de enige sleutel is voor een werkelijk leven. Maria en Martha zagen in Jezus wel een Zoon van God die in de wereld zou komen maar niet dat Hij het eeuwige leven is. Zij zien dat Jezus wonderen kan doen in de naam van God maar dat Hij meer is dan een aardse redder konden ze niet bedenken.
Het oude testament staat vol beloften voor een Messias. Maar hoe men deze beloften invult hangt af van hoe groot men God ziet. Maar God is zo groot dat Zijn plan alles omvat, een heel leven, een eeuwig leven.
Voor Martha en Maria is dit iets nieuws, Jezus is het leven, Hij is de opstanding. Dit hadden ze niet kunnen bedenken en dus ook niet kunnen geloven. Jezus heeft werkelijk alle macht in hemel en op aarde. Hij heeft werkelijk het leven dat wij nodig hebben. Een dode is niets voor Jezus, als we maar op Hem vertrouwen in ons leven.
Hoe zien wij Jezus? Weten we echt hoe groot Zijn werk is in ons leven? Soms vechten we zelf zo hard voor het leven, uit angst. Maar Jezus heeft alles in Zijn hand, het hele leven. Het leven is uit Hem.