52 Hij informeerde dan bij hen naar het uur waarop de beterschap was ingetreden. En zij zeiden tegen hem: Gisteren op het zevende uur is de koorts van hem geweken. 53 De vader dan zag in dat het op dat uur was waarop Jezus tegen hem gezegd had: Uw zoon leeft. En hij geloofde, hijzelf en zijn hele huis. 54 Dit deed Jezus als nieuw teken, het tweede, toen Hij uit Judea in Galilea gekomen was. (Johannes 4:52-54)
Het is of Jezus Zich realiseert dat er maar weinig mensen zijn die Hem op Zijn woord geloven. Mensen zoals Simon en Anna die bij Zijn geboorte vol vreugde waren over Zijn komst die verzamelen zich niet in grote getale om Hem heen. En ook al zijn er aardig wat discipelen die Hem volgen, zij moeten nog veel geloof ontwikkelen voordat ze kunnen erkennen dat Jezus door de Vader is gezonden.
Jezus wil tegen de mensen om Hem heen vertellen dat Hij de vervulde belofte is van de Vader, en dat Hij hen kan verlossen. De Samaritaanse vrouw had een stuk minder nodig dan de religieuze mensen van Israël. Zij staan maar wat kritisch tegenover deze man die heel wat beweerd. Mensen als Simon en Anna hebben niet meer nodig dan de Heilige Geest die in hen woont.
Dit was het tweede teken dat Jezus hier had gedaan. En Jezus had al gezegd tegen de omstanders dat ze wonderen nodig hadden om te geloven. De hoveling geloofde snel en zijn geloof werd bevestigd door het nieuws dat hij hoorde over de tijd van de genezing. Dit verhaal zal zijn rond gegaan en mensen hebben aangeraakt met een verlangen naar deze bijzonder Man.
Wat voor een geloof hebben wij? Hoe groot is ons vertrouwen op de Vader en op Jezus? Zijn wij zo vol van de Geest dat wij de tekenen van de tijd begrijpen, net als Simon en Anna? Of zijn wij zo vol van verlangen naar de hand van God in ons leven, net als de hoveling? Of zijn wij zo kritisch, dat wij alles in eigen handen houden en dat we heel wat bewijs nodig hebben voordat we dat overgeven?
Jezus heeft alle macht gekregen op hemel en aarde. Wij kunnen op Hem vertrouwen in heel ons leven. Laten we daarom onze kritische houding waarmee we Jezus uit ons leven houden afleggen en verlangen naar Zijn hand in ons leven.