49 Nathanaël zei tegen Hem: Vanwaar kent U mij? Jezus antwoordde en zei tegen hem: Voordat Filippus u riep, toen u onder de vijgenboom was, zag Ik u. 50 Nathanaël antwoordde en zei tegen Hem: Rabbi, U bent de Zoon van God, U bent de Koning van Israël. 51 Jezus antwoordde en zei tegen hem: Omdat Ik tegen u gezegd heb: Ik zag u onder de vijgenboom, gelooft u. U zult grotere dingen zien dan deze. (Johannes 1:49-51)
Nathanaël was niet gelijk overtuigd nadat Jezus hem zo’n mooi compliment had gegeven. Nadat Jezus had gezegd dat hij een echte Israeliet was, was zijn eerste vraag: ‘hoe kent u mij?’ Pas toen Jezus aangaf dat Hij meer van Nathanaël wist dan Hij eigenlijk kon weten, was Nathanaël overtuigd.
Deze echte Israeliet was namelijk iemand die veel tijd investeerde in zijn geloof. En hij deed dat niet om gezien te worden maar omdat hij echt de waarheid wilde. Daarom zocht hij een plek op waar hij alleen kon zijn. En juist deze intieme plek was niet verborgen voor Jezus. Nathanaël was daar blij mee, nu wist hij zeker dat Jezus de Zoon van God is.
Nathanaël geloofde omdat Jezus meer wist dan Hij op natuurlijke wijze kon weten. In 1 Korinthe 12 worden verschillende gaven van de Geest besproken. En een van die gaven is de gave van kennis. Een kennis die meer weet dan de persoon zelf had kunnen weten. In de kracht van God kunnen we dingen doen die we zelf niet kunnen. In de kracht van God kunnen mensen aangeraakt worden in het diepste van hun wezen.
En als we dan met Jezus op reis gaan zullen we nog grotere dingen zien dan deze. Nathanaël was al overtuigd door dit ‘kleine’ wonder, maar grotere dingen zullen worden geopenbaard. Als God werkt dan gebeuren er dingen die wij niet uit ons zelf kunnen.