44 De volgende dag wilde Jezus weggaan naar Galilea en Hij vond Filippus en zei tegen hem: Volg Mij. 45 Filippus nu kwam uit Bethsaïda, uit de stad van Andreas en Petrus. 46 Filippus vond Nathanaël en zei tegen hem: Wij hebben Hem gevonden over Wie Mozes in de wet geschreven heeft, en ook de profeten, namelijk Jezus, de zoon van Jozef, uit Nazareth. (Johannes 1:44-46)
In de tijd dat Jezus kwam was er een verwachting. Deze verwachting was gebaseerd op Gods beloften die Hij door de eeuwen heen had gegeven. Filippus zegt dit tegen Nathanaël; Jezus is degene over Wie geschreven is in de wet en de profeten.
Filippus volgde Jezus al vrij snel, alles wat Jezus zei was: “Volg Mij.” Waarschijnlijk had hij al wel wat over Jezus gehoord, omdat hij uit dezelfde plaats kwam als Petrus en Andreas. Maar het feit dat hij de vervulling van Gods beloften heeft gevonden laat zien dat hij Jezus verwachtte en klaar was om Hem te volgen.
Het vertrouwen in Gods beloften moet wel sterk bij hem geleefd hebben. Hij vertrouwde er op dat God Zijn volk niet was vergeten en dat Hij trouw was aan Zijn beloften. Hebben wij dit vertrouwen nog wel? Verwachten wij dat God nog steeds met de kerk bezig is? Zijn wij nog aan het verlangen en zoeken naar de wederkomst van Jezus.
Dit moet een actief verwachten zijn. Ons dagelijks leven moet in het teken zijn van dit verwachten. We moeten onze olie klaar hebben en er zeker van Zijn dat de tijd komt. Misschien wel vandaag. Laten we de beloften van God lezen en bidden.