24 U ziet dus nu dat een mens uit werken gerechtvaardigd wordt en niet alleen uit geloof. 25 En is Rachab, de hoer, niet op dezelfde manier uit werken gerechtvaardigd, toen zij de boden heeft ontvangen en langs een andere weg heeft laten weggaan? 26 Want zoals het lichaam zonder geest dood is, zo is ook het geloof zonder de werken dood. (Jakobus 2:24-26)
Zijn we niet te ver doorgeschoten nadat we hebben gevochten tegen de werken die ons zouden kunnen redden? Voor de reformatie konden wij onszelf de hemel inkopen en daar moesten wij vanaf, maar zijn we niet te ver doorgeschoten?
Door ons gevecht lijkt het alsof wij ons hebben losgerukt van elk soort werk. Ja we doen wel goede dingen omdat het er nu eenmaal bij hoort, maar alleen door geloof kunnen we gered worden. Jakobus laat hier juist zien dat het niet alleen het geloof kan zijn het moet worden onderbouwd met werken.
In geen geval wil ik zeggen dat wij onze weg naar de hemel met werken kunnen bereiken, maar een geloof zonder werken is dood. Ons vertrouwen op God moet blijken uit de dingen die wij doen. Wij kunnen niet zeggen dat we vertrouwen op het bloed en werk van Jezus als wij gewoon doorgaan met zonden in ons leven. Het geloof is dan dood, het is slechts een mening geworden.
Als we het voorbeeld van Rachab nemen dan zien we dat ze vertrouwde op de God van Israel. De verhalen over de werken van God voor Israel waren niet in de woestijn gebleven, de volkeren hadden ze al gehoord. Ook Rachab had deze verhalen al gehoord en wist dat het laatste uur had geslagen, deze God is sterker dan onze muren.
Een vrouw die de bijbel niet had gelezen, maar wel had gehoord over deze God, had vertrouwen in Hem. Ze leefde met dit vertrouwen door de verspieders te herbergen. Dit is de vrouw die ook in het geboorte register van Jezus voorkomt. Zij leefde het geloof.
Een geloof zonder dat we het leven is een dood geloof, we moeten wat doen. Laten we ons vertrouwen op God praktisch maken in ons leven.