15 Maar buiten bevinden zich de honden, de tovenaars, de ontuchtplegers, de moordenaars, de afgodendienaars en ieder die de leugen liefheeft en doet. (Openbaring 22:15)
Ik ben toch wel goed, het is toch niet zo slecht met mij? Ik ben geen dief, ik pleeg geen overspel. Maar als we de woorden van Jezus in de bergrede nogmaals lezen dan realiseren we ons misschien hoe serieus Jezus is over de zonde. Wij zeggen: ‘het is toch niet zo erg.’ Jezus zegt: ‘Zelfs de gedachte daaraan is voor mij al teveel.’
22 Maar Ik zeg u: Al wie ten onrechte boos is op zijn broeder, zal schuldig bevonden worden door de rechtbank. En al wie tegen zijn broeder zegt: Raka! zal schuldig bevonden worden door de Raad; maar al wie zegt: Dwaas! die zal schuldig bevonden worden tot het helse vuur. (Matheus 5:22)
Jezus wil niets te doen hebben met mensen die hun hart verkeerd volgen. Wij kunnen wel denken dat we geen leugenaar zijn of dief, maar als we het doen, dan zijn we het ook. En dat moeten we ons realiseren.
Christen zijn en stelen gaat niet samen. Christen zijn en liegen gaat niet samen. Maar doordat wij de lat hebben verlaagd leven wij de veronderstelling dat we kunnen liegen zonder dat we er een zijn. Maar dat is onszelf voor de gek houden.
We zijn wat we doen. Als we liegen zijn we een leugenaar, als we flirten met de verkeerde persoon zijn we een overspeler. We kunnen dit niet langer loskoppelen. We zijn wat we doen.