1 En hij liet mij een zuivere rivier zien, van het water des levens, helder als kristal, die uit de troon van God en van het Lam kwam. (Openbaring 22:1)
Laat dit vers heel bewust tot je doordringen. Laten we alles van deze wereld even uit ons hoofd zetten en denken aan de troon van God en van het Lam waaruit het water des levens vloeit. Net als het moment dat Jezus tegen de Samaritaanse vrouw zegt dat Hij het levende water kan geven, is dit het moment dat we ons kunnen realiseren dat in Jezus het eeuwige leven is.
Zo vaak rennen we naar de dokter omdat ons wat mankeert. We willen zo graag het leven hebben, het liefst voor eeuwig. We vechten voor het leven. Maar dit is een heel ander verhaal, we hoeven niet meer te vechten voor het leven, maar als water stroomt het leven naar ons toe. Het leven komt dan alleen nog maar bij God vandaan.
2 In het midden van haar straat en aan de ene en de andere zijde van de rivier bevond zich de Boom des levens, die twaalf vruchten voortbrengt – van maand tot maand geeft Hij Zijn vrucht. En de bladeren van de boom zijn tot genezing van de heidenvolken. (Openbaring 22:2)
Daar zal de genezing vandaan komen. Wat we ook zoeken het antwoord is hier, het levende water. De Samaritaanse vrouw had zoveel problemen en zoveel vragen. Jezus had maar een antwoord en dat is het levende water. Het water waardoor we nooit meer dorst zullen hebben.
Jezus wil ons nu al laten drinken van dit levende water. Alles wat er in ons leeft dat met de dood te maken heeft en ons dorstig maakt zal worden vervuld met dit levende water. Want dit leven maakt ons dorstig, de Samaritaanse vrouw wilde een antwoord voor haar leven. Jezus had het antwoord en het stroomt uit de troon van God en het Lam.
Waar drink jij je water?