1 En ik hoorde een luide stem uit de tempel zeggen tegen de zeven engelen: Ga en giet de schalen van de toorn van God uit over de aarde. 2 En de eerste ging en goot zijn schaal uit over de aarde, en er kwam een kwaadaardige en schadelijke zweer bij de mensen die het merkteken van het beest hadden en die zijn beeld aanbaden. 3 En de tweede engel goot zijn schaal uit in de zee, en die werd bloed, als van een dode. En elk levend wezen in de zee stierf. 4 En de derde engel goot zijn schaal uit in de rivieren en de waterbronnen, en het water werd bloed. (Openbaring 16:1-4)
Op dit moment (hoofdstuk 16) zijn er geen christenen meer op aarde. Er zijn mensen die bewust een keuze hebben gemaakt voor het beest door het beest te aanbidden. Ook zijn er nog de joden die zich nog tot Jezus zullen keren. En waarschijnlijk zijn er ook nog mensen die nog geen duidelijke keuze hebben gemaakt.
De eerste schaal met de toorn van God is voor die mensen die bewust voor het beest hebben gekozen. Daarbij hebben zij ook bewust tegen God gekozen. De toorn van God keert zich tegen hen in de vorm van zweren. Het beest zal hen hierin niet kunnen helpen.
De twee volgende plagen maken het leven bijna onmogelijk, iedereen zal er last van hebben. Waar is nu deze God van liefde?
5 En ik hoorde de engel van de wateren zeggen: U bent rechtvaardig, Heere, Die is en Die was en Die zal zijn, dat U dit oordeel geveld hebt. 6 Aangezien zij het bloed van de heiligen en van de profeten vergoten hebben, hebt U hun ook bloed te drinken gegeven, want zij verdienen het. 7 En ik hoorde een ander bij het altaar vandaan zeggen: Ja Heere, almachtige God! Uw oordelen zijn waarachtig en rechtvaardig. (Openbaring 16:5-7)
De engel van de wateren ziet het water (waar hij waarschijnlijk verantwoordelijk voor is) veranderen in bloed. Zo hoort het niet, maar toch erkent deze engel dat God rechtvaardig is in wat Hij doet. De wereld heeft zich tegen God gekeerd, door Zijn boodschappers te vermoorden. De wereld wilde elke dienstknecht van God monddood maken. Daarom heeft God het recht om hun bloed te vergelden.
Maar ook zij die slachtoffer waren van deze wereld zijn blij met de vergelding van God. Deze mensen die ook eerder in Openbaring werden genoemd als degene die vermoord zijn voor het evangelie zien eindelijk het recht zegevieren. En ook wij mogen blij zijn dat God het kwaad zal vergelden. Dit is niet uit jaloezie of een andere egoistische motivatie, maar puur omdat God recht doet.
De wereld oordeelt onrechtvaardig en dit moet ons aangaan. In ons hart moet er een verlangen komen naar recht van God op deze aarde.