Dag en nacht herhalen ze: ‘Heilig, heilig, heilig is God, de Heer, de Almachtige, die was, die is en die komt.’ (Openbaring 4:8b)
Bij de gedachte alleen al worden we moe, dag en nacht aanbidden. Wie houdt dat vol? Op een gegeven moment moet het toch wel genoeg zijn en kunnen we doorgaan met ons eigen leven.
4 Ik vraag aan de HEER één ding, het enige wat ik verlang: wonen in het huis van de HEER alle dagen van mijn leven, om de liefde van de HEER te aanschouwen, hem te ontmoeten in zijn tempel. (Psalm 27:4)
Neem David nu, de koning naar Gods hart, dit is Zijn verlangen. Hij heeft alle macht in Israel en toch wil hij liever in de tempel zijn waar hij Gods schoonheid kan aanschouwen. Als we dit verplaatsen naar de hemelse tempel dan moeten we moeten we kippenvel krijgen.
David wil niets anders dan Gods goedheid en heerlijkheid aanschouwen. Het is het hoogste wat hij kan bereiken in dit leven. Dit moet ons aan het denken zetten. Wat is het dat David zo door Gods heerlijkheid is geraakt, dat Hij niets anders meer wil?
Als we dit hoofdstuk in Openbaring lezen dan moet ons hetzelfde raken, Gods heerlijkheid moet ons helemaal van stuk brengen. Wij Nederlanders zijn zo gezegd hier te nuchter voor. Maar naar mijn mening zijn wij Nederlanders er te trots voor om een God te hebben die wij aanbidden als GOD. Onze stomme trots wil niet buigen voor God.
9 Telkens als deze wezens lof, eer en dank brengen aan degene die op de troon zit en die tot in eeuwigheid leeft, 10 werpen de vierentwintig oudsten zich neer voor hem die op de troon zit, en aanbidden hem die leeft tot in eeuwigheid, en leggen hun kransen voor zijn troon met de woorden: 11 ‘U komt alle lof, eer en macht toe, Heer, onze God, want u hebt alles geschapen: uw wil is de oorsprong van alles wat er is.’ (Openbaring 4:9-11)
Dat God, god is betekend dat Hij meer is dan alleen iets of iemand die hierboven is. Hij is de oorsprong van alles. Dus als we God nu echt accepteren ALS God dan willen wij Hem ook aanbidden. Want God is de bron van alles in ons leven, Hij is de schepper en de oorsprong van alles wat er is. En daar zouden we zo graag van af willen stappen.
Ons geluk is dat wij een God hebben die in en in goed is, er is geen kwaad in Hem. Daarom mogen wij Zijn heerlijkheid zien en vol van aanbidding Hem alle eer geven. God forceert de 24 oudsten niet om Hem te aanbidden. Het is het hart van David dat hen vol van aanbidding voor God doet werpen.
Laten wij ook kijken naar een God die zo goed is en waardig alle eer, want Zijn wil is de oorsprong van alles wat er is.