17 Toen ik hem zag viel ik als dood voor zijn voeten neer. Maar hij legde zijn rechterhand op me en zei: ‘Wees niet bang. Ik ben de eerste en de laatste. (Openbaring 1:17
Johannes kende Jezus, hij had drie jaar lang met Hem hier op aarde gewandeld. Johannes was degene die wist dat Jezus van hem hield, en vol vertrouwen dingen kon vragen. Johannes kon van zichzelf zeggen dat hij de geliefde was van Jezus.
Maar als je dan deze openbaring krijgt dan doet dat wat met je. Als je beste vriend opeens in een verheerlijkt lichaam voor je staat, dan is die vriend opeens meer dan een vriend. Johannes valt als dood op de grond, hij is op heilige grond.
De afgelopen dagen heb ik besproken wat Johannes zag, de heerlijkheid waarmee Jezus zich openbaarde, de puurheid van Zijn karakter. Dit is de zoon des mensen op Wie wij vertrouwen. Dit is de redder van de hele wereld die in al Zijn glorie Zijn werk doet. Hij zit daar niet te wachten, Hij is met ons bezig.
Johannes hoeft niet bang te zijn, want het is Jezus die met zoveel kracht Zichzelf openbaart. Het is Jezus in al Zijn glorie die alles in Zijn handen heeft. We kunnen op Hem vertrouwen, gerust zijn, want Hij is de eerste en de laatste.
18 Ik ben degene die leeft; ik was dood, maar ik leef, nu en tot in eeuwigheid. Ik heb de sleutels van de dood en van het dodenrijk. (Openbaring 1:18)
Jezus is het leven, Hij heeft de dood overwonnen en leeft voor eeuwig. Dit moeten we realiseren, dit moeten we erkennen in ons hart. Dit moet ons leven op de kop zetten. Dit zijn niet zomaar wat theologische woorden die we in een geloofsbelijdenis kunnen proppen, dit is JEZUS onze HEER die voor eeuwig leeft.
Ik wil dat je dit begrijpt, ik wil dat dit wordt geopenbaard in je hart. Je gaat niet op zondag naar de dienst voor een saaie samenkomst, je komst samen omdat je Deze Redder wil verheerlijken in je leven. Je bid voor het slapen gaan niet als traditie maar omdat je een leven in afhankelijkheid van deze Zoon van God hebt.
Dit moet ons leven zijn waarin we in alles Hem verheerlijk, wat een leven mogen wij hebben, wat een voorrecht dat we dit boek mogen lezen.