3 Laat tot u doordringen hoe hij standhield toen de zondaars zich zo tegen hem verzetten, opdat u niet de moed verliest en het opgeeft. (Hebreeen 12:3)
Ziende op al die mensen die ons voor zijn gegaan in hun leven met God doet de schijver deze oproep. Kijkend naar Jezus die aan de rechterhand van God zit, als de overwinnaar op het kwaad moeten wij het laten doordringen dat wij nu ook ons moeten verzetten tegen het kwaad. Zodat wij ook kunnen volharden net als Jezus, want dat is geloof.
Ondanks alle tegenslagen en verleidingen heeft Jezus kunnen overwinnen. En wij moeten daar een voorbeeld aan nemen. Wij moeten ook volharden en vechten tegen het kwaad in ons leven. Wij moeten er alles aan doen.
4 U hebt in uw strijd tegen de zonde uw leven nog niet op het spel gezet. (Hebreeen 12:4)
Hoever ga jij in je strijd tegen de zonde, hoever ga jij in je verlangen naar heiligheid. De schrijver laat zien dat we eigenlijk nooit ver genoeg kunnen gaan. Alles is beter dan zondigen. Ik moet denken aan de uitspraken van Jezus waarin Hij ons zelfs oproept om onze handen er af te hakken. Ook voor Jezus is alles beter dan zondigen.
5 Kennelijk bent u de bemoediging vergeten die tot u als tot kinderen wordt gericht: ‘Mijn zoon, je mag een vermaning van de Heer nooit terzijde schuiven en nooit opgeven als je door hem terechtgewezen wordt, 6 want de Heer berispt wie hij liefheeft, straft elke zoon van wie hij houdt.’ (Hebreeen 12:5,6)
En nu brengt de schrijver deze strijd in verband met het disciplineren van ons leven door God. Want deze strijd die we tegen de zonden doen, doen we niet op eigen houtje, God is er volledig bij betrokken. Want dat is Zijn verlangen dat wij het los kunnen laten net als Jezus zodat we voor Zijn troon kunnen naderen.
Daarom moeten we niet ontmoedigt raken als het ons even tegen zit. We moeten er juist kracht uit halen, want dat betekend juist dat God ons wil leiden naar meer heiligheid. Hij wil ons doen leven in Zijn liefde en dat betekend dat we gehoorzaam mogen leven naar Zijn wil. Alleen dan zijn we Zijn kinderen.
Daarom laten we het hart van een goede zoon of dochter hebben en luisteren naar de Vader. En met Hem mogen we leven in dit heilige leven.