1 Nu wij door zo’n menigte geloofsgetuigen omringd zijn, moeten ook wij de last van de zonde, waarin we steeds weer verstrikt raken, van ons afwerpen en vastberaden de wedstrijd lopen die voor ons ligt. (Hebreeen 12:1)
Hoe meer ik de bijbel lees hoe meer ik zie dat de bijbel oproept tot een actief geloof. Het is God elke keer die ons uitdaagd uit de afleiding van deze wereld te stappen en alles op Hem in te zetten. Volledig te vertrouwen op Zijn beloften.Want het is een geloof dat voor elk onderdeel van ons leven kan gelden.
We hebben hoofdstuk 11 besproken, alle mensen die sterk zijn blijven staan in geloof en vertrouwen op God. Ze hadden allemaal een verlangen en een doel dat Gods hart wordt vervuld. En Hebreeen 12:1 roept ons op kracht te halen uit die getuigenissen. Deze wolk van getuigen moeten ons aansporen om in hun voetstappen te wandelen. Zij zijn ons voorbeeld die hebben laten zien hoe het mogelijk is.
Daarom moeten we alles afgooien wat ons hindert in onze devotie naar God. Wat een boodschap voor de tijd waarin we leven. Wat verhindert ons om voor God te leven? Zoveel. Er wordt aan ons getrokken door de maatschappij. De standaard van leven forceert ons om alleen bezig te zijn met dit leven.
Deze boodschap is zo relevant, laten we daarom kijken naar al die gelovigen die zich er niet aan overgegeven hebben. Zij zijn blijven staan voor God alleen.
2 Laten we daarbij de blik gericht houden op Jezus, de grondlegger en voltooier van ons geloof: denkend aan de vreugde die voor hem in het verschiet lag, liet hij zich niet afschrikken door de schande van het kruis. Hij hield stand en nam plaats aan de rechterzijde van de troon van God. (Hebreeen 12:2)
Maar niet alleen dat, richt je ogen maar eens op Jezus, Hij is onze ideale voorbeeld. Hij is degene die ons is voorgegaan naar de troon van God. Hij heeft het ultieme volbracht waar al die geloofshelden op zaten te wachten. Hij heeft de pijn en de verdrukking doorstaan en zit nu op de troon aan de rechterhand van God. Laat dit genoeg zijn om ons leven helemaal aan God te geven.
Zijn jouw ogen op Hem gericht?