44 Uw vader is de duivel, en u doet maar al te graag wat uw vader wil. Hij is vanaf het begin een moordenaar geweest. Hij hoort niet bij de waarheid, omdat er geen waarheid in hem is. Wanneer hij liegt, spreekt hij zoals hij is: een aartsleugenaar, de vader van de leugen. (Johannes 8:44)
De joden in de tijd van Jezus hadden een goed gefundeerde theologie. Zij hadden bepaald wat God dacht en hoe het leven er uit moest zien. De Farizeeen en Schriftgeleerden hadden velen wetten die het joodse leven een kader gaf. En toen Jezus kwam werd dit veilige geloof opeens erg onzeker en werd alles op scherp gezet.
En dat is de situatie hier, want de leiders wilden de betrouwbaarheid van Jezus betwijfelen. Ze waren niet bereidt om Jezus te erkennen als de zoon van God omdat het betekende dat ze hun eigen goed gefundeerde theologie moesten laten varen. Ze gingen hard tegen Jezus in.
33 Ze zeiden: ‘Wij zijn nakomelingen van Abraham en we zijn nooit iemands slaaf geweest – hoe kunt u dan zeggen dat wij bevrijd zullen worden?’ (Johannes 8:33)
De joden hadden een duidelijk beeld, zij waren de nazaten van Abraham, zij waren het volk van God. Ze vonden dat ze niet gebonden waren, ze waren vrij. Jezus had geen gelijk, Jezus zat verkeerd en dat moest duidelijk worden. Maar dan spreekt Jezus vers 44 uit, en laat de leiders weten dat hun echte vader de duivel is.
Jezus maakt duidelijk dat de goed gefundeerde theologie, hoe mooi het ook lijkt niet bij God vandaan komt. En als het niet bij God vandaan komt is er meer een andere plek waar het vandaan komt, de duivel.
En nu wil ik jullie laten nadenken over jullie eigen leven. Wie is de bron voor jouw gedachten, naar wie luister je?