1 In die tijd trad Johannes de Doper op in de woestijn van Judea. Hij verkondigde: 2 ‘Kom tot inkeer, want het koninkrijk van de hemel is nabij!’ (Matheus 3:1,2)
Voordat Jezus zijn optreden verzorgde was er een voorprogramma van Johannes. God vond het nodig dat er een voorloper was die de weg voor Jezus voorbereidde. Het volk moest er attent op worden gemaakt op het werk van Jezus, Jezus kon niet zomaar beginnen in de huidige situatie.
3 Dit was de man over wie de profeet Jesaja sprak toen hij zei: ‘Luid klinkt een stem in de woestijn: “Maak de weg van de Heer gereed, maak recht zijn paden.”’ (Matheus 3:3)
De voorbereiding hield in dat Johannes de mensen opriep om zich te laten dopen en dat ze hun zonden beleden. Ze moesten zich bewust zijn van de daden die ze deden en de keuze maken om het te veranderen. Johannes moest er voor zorgen dat de eerste fase van het leven met God die bij de mens begint in gang wordt gezet.
God had Johannes gezonden en dat is het enige wat God kan doen. Je roepen en je laten weten dat je jezelf naar Hem moet keren. Maar dan ligt de keuze bij jou. Dan moet je kiezen of je echt je leven wil veranderen naar Hem toe. Daarom moesten de mensen de keuze maken om zich te laten dopen, een bewijs van die keuze.
11 Ik doop jullie met water ten teken van jullie nieuwe leven, maar na mij komt iemand die meer vermag dan ik; ik ben zelfs niet goed genoeg om zijn sandalen voor hem te dragen. Hij zal jullie dopen met de heilige Geest en met vuur; (Matheus 3:11)
De doop is de teken van het nieuwe leven, klaar zodat Jezus aan het werk kan gaan met ons leven. Jezus kan ons vullen met de aanwezigheid van God, de kracht die ons leven zal veranderen. Jezus zal het vuur in ons doen branden, het vuur van heiligheid. Johannes heeft het voorbereid in onze harten, en wij zijn nu ook de Johannes op aarde, zodat we mensen er op wijzen dat ze moeten veranderen om Jezus in hun leven toe te laten.