39 Een van de gekruisigde misdadigers zei spottend tegen hem: ‘Jij bent toch de messias? Red jezelf dan en ons erbij!’ (Lukas 23:39)
Jezus hangt aan het kruis, als een misdadiger. Hij hangt tussen twee andere misdadigers die wel iets misdaan hebben. En tussen deze twee misdadigers is een hemelsbreed verschil. Alle twee zijn ze veroordeeld voor iets wat ze hebben misdaan, maar toch is er een verschil in het hart.
De trots die uit de mond van de ene misdadiger komt overstijgt zijn eigen lot. Hij gaat mee met de menigte die Jezus loopt uit te dagen. Hij loopt Jezus ook uit te dagen en laat daarbij zien geen enkel respect te hebben voor Jezus of voor God. Zelfs in zijn verval is hij niet bereidt om toe te geven dat hij slecht is.
40 Maar de ander wees hem terecht met de woorden: ‘Heb jij dan zelfs geen ontzag voor God nu je dezelfde straf ondergaat? (Lukas 23:40)
De ander laat een ander hart zien, hij realiseert zich de situatie waarin hij is verkeerd. Hij heeft fouten gemaakt en daarvoor moet hij nu boeten. Trots zal hem niet meer helpen, zijn daden worden beloond met het kruis. Hij waarschuwt de andere crimineel dat hij nu echt te ver gaat, hij toont geen enkel respect voor God zelfs vlak voordat hij sterft.
De andere man ziet in Jezus een rechtvaardige die ten onrechte dood gaat. Deze man realiseert zich ten volle dat hij fout is en dat God goed is. Dat de wereld slecht is maar God vol van liefde is.
42 En hij zei: ‘Jezus, denk aan mij wanneer u in uw koninkrijk komt.’ (Lukas 23:42)
Dit kan alleen maar uit een wanhopig hart komen. Een hart dat zich realiseert dat het over is, dat er niets maar aan te doen is en dat er maar een weg is. Alleen met dit hart kunnen we Gods werk zien, een hart dat zich keert naar God.
Het is een hemelsbreed verschil. De trots in de wereld overstijgt zijn eigen lot. Dat is de wereld, het wil niet realiseren hoe afhankelijk we eigenlijk werkelijk zijn. Wij willen het zelf oplossen. En met dit hart kunnen we geen christen worden. Want dan gebruiken we God voor ons eigen gemak, dan passen we God toe met onze eigen regels.
Maar als we ons realiseren dat wij echt daar horen te hangen. Als wij ons realiseren dat onze situatie onhoudbaar is alleen dan kunnen we zien wat wel goed is. Daarom zijn het vaak de hopeloze situaties die ons in de armen van Jezus duwen net als deze misdadiger.
Jezus denk aan mij, ik heb u nodig. 43 Jezus antwoordde: ‘Ik verzeker je: nog vandaag zul je met mij in het paradijs zijn.’ (Lukas 23:43)