2 Ik moest er aan alle kanten omheen lopen, en zo zag ik dat er verspreid over het dal heel veel beenderen lagen, die helemaal waren uitgedroogd. (Ezechiel 27:2)
Het visioen waar God Ezechiel in zet is verre van hoopgevend. Alleen maar dode beenderen. Een dal waar alleen maar botten liggen van dode mensen, eens zat er leven in maar dat is allemaal verdwenen nu is het een grote massa van alleen maar botten.
7 Ik profeteerde zoals mij was opgedragen. Zodra ik dat deed hoorde ik een geluid, er klonk een geruis van botten die naar elkaar toe bewogen en zich aaneen voegden. (Ezechiel 37:7)
Maar God laat zien dat ook hier hoop is, ook al staan we in de vallei des doods. God beveelt Ezechiel om te spreken tot de botten, hij moet er tegen profeteren zodat het tot leven komt. Het is niet God zelf die spreekt, maar God spreekt door Ezechiel waardoor er leven in de botten komen.
11 En hij zei tegen mij: ‘Mensenkind, deze beenderen zijn het volk van Israël. Het zegt: “Onze botten zijn verdord, onze hoop is vervlogen, onze levensdraad is afgesneden.” (Ezechiel 37:11)
Wat een extreem beeld gebruikt God hier, Hij vergelijkt Israel met de dorre beenderen. Er is geen hoop meer in Israel dat het goed met ze komt. Elk teken van Goddelijk leven is weg, er is geen enkele verbinding met de bron van het leven, ze zijn afgesneden. Ze zijn te ver gegaan en leven nu hun eigen leven zonder God.
En God zou niet liegen en ik geloof ik niet dat God zou overdrijven, dit is de werkelijkheid van het volk Israel. Er is geen leven in hen, ze hebben de wereld aangenomen en leven er naar. God is niet hun God meer, ook al zijn ze verbannen van hun eigen land.
14 Ik zal jullie mijn adem geven zodat jullie weer tot leven komen, ik zal jullie terugbrengen naar je land, en jullie zullen beseffen dat ik de HEER ben. Wat ik gezegd heb, zal ik doen – zo spreekt de HEER.” (Ezechiel 37:14)
En dan komen we bij de laatste zin, waarom is de laatste zin altijd vol van belofte? Waarom geeft God nooit op in Zijn liefde, waarom gaat Hij altijd door en ziet altijd een uitweg. Zo ook hier met Israel de belofte is sterk en krachtig, Hij zal er weer leven in blazen. Dit is onze God waar we op mogen vertrouwen, dit is de God die Jezus zond. Hij geeft niet op in Zijn liefde.
En zo zie ik ook het christendom van vandaag, het is triest leeg en zonder vertrouwen. En het ergste is, we zien het niet, ze zien niet dat we niet een werkelijk vertrouwen op God hebben in ons dagelijks leven. We zien niet dat we eigenlijk niet naar het evangelie leven. Maar ik weet dat we mogen profeteren en bidden tot God dat er weer leven in ons wordt geblazen. God heeft niet opgegeven hoe erg de situatie ook is.
Laten we deze woorden horen en ons veranderen. Laten we God leven in ons blazen, laten we vol zijn van de Heilige Geest. God heeft hoop in jou, Hij verlangt met een diep verlangen om leven te blazen in jou. Hij geeft niet op. Wat eens begon zal Hij afmaken, vertrouw op het hart van God.