In de wil van God

1 Samuel 27, 29, 30

Hierboven heb ik aardig wat hoofdstukken aangehaald. Vandaag wil ik het hebben over David die weer een beetje van het pad afloopt dat God waaschijnlijk van plan was. David zoekt zijn vlucht weer bij de Filistijnen en we kunnen dit keer niet lezen dat hij het aan God gevraagd heeft.

Allereerst begint hij in een gebied te wonen dat valt onder het koningschap van de Filistijnen. David gaat er elke keer op uit om andere volken aan te vallen. David vermoordt dan iedereen en komt terug met de buit en geeft een deel aan de koning van de Filistijnen, onder het mom, ik heb Israel aangevallen. Erg slim van David.

Koning Achis is daardoor erg tevreden over David en als alle koningen van de Filistijnen tegen Israel willen gaan vechten dan moet David ook mee. ‘Gelukkig’ voor David vertrouwen de andere koningen David niet. En moet hij terug en als hij terug komt bij zijn kamp heeft een andere vijand alles meegenomen inclusief de vrouwen en kinderen.

David’s mannen zijn boos en staan zelfs op het punt om David te vermoorden. David is in het nauw en dan zien we weer dat David naar God vraagt. Hij is in het nauw, na alle slimme trucks die hij had uitgehaald om de Filistijnen te doen geloven dat ze op hem konden vertrouwen.

David kreeg het zwaar te verduren, want zijn mannen waren zo verbitterd over het verlies van hun kinderen dat ze hem dreigden te stenigen. Daarom zocht hij steun bij de HEER, zijn God. Hij vroeg de priester Abjatar, de zoon van Achimelech, om met het priestergewaad bij hem te komen. Abjatar kwam met het priestergewaad en David raadpleegde de HEER: ‘Moet ik deze bende achtervolgen? Zal ik ze inhalen?’ ‘Ja,’ antwoordde de HEER. ‘Achtervolg hen; je zult ze zeker inhalen en de gevangenen bevrijden.’ (1 Samuel 30:6-8)

Ondanks dat David ervoor alles in eigen kracht had gedaan, antwoord God hem toch en helpt hem toch. Ik ben van mening dat het zijn eigen schuld was dat zijn kamp was aangevallen. Hij was buiten de genade van God, hij had het even zelf in handen en dan zien we dat dit grote gevolgen heeft. Maar God is nog steeds vol van liefde en als wij hem aanroepen dan komt Hij ons te hulp.

Vaak begeven wij ons in moeilijke situaties en vragen we ons af waarom God dit doet. Maar in de tijd van Israel wisten ze het nog, wanneer het slecht ging dan lag het aan henzelf. Zij waren degene die buiten de wil van God traden, zij waren degene die vertrouwden op hun eigen kunnen.

Als ik naar de kerk van vandaag kijk dan zie ik een kerk die niet in de wil van God is. We hebben onze eigen ‘liturgie’ waar we ons aan vasthouden. We leven op de aarde als permanente bewoners en hebben ons vastgegrepen aan de cultuur van de wereld. En dan vragen we ons af waarom de kerk leegloopt.

In China groeit de kerk onder de verdrukking, omdat ze het in de kracht van God moeten doen. Ze moeten leven in de kracht van de Heilige Geest om staande te kunnen blijven onder de vervolging. Maar in Nederland worden we boos op God als we ziek worden of als het even niet goed gaat.

Laten we in het pad van God lopen en op Hem vertrouwen. Laten we de beslissingen die we nemen afhankelijk zijn van God. We moeten veranderen en weer in het pad van God komen, in Zijn handen. Net als Israel is het tijd dat de kerk zich weer tot God richt.

This entry was posted in 09 1 Samuel. Bookmark the permalink.