God is heilig, compleet anders. God is vol van liefde en is Heilig in die liefde. En daarin zal Hij nooit het hart van de wereld adopteren om ons toch te kunnen bereiken. God blijft ver weg van het hart van de wereld.
“16 want alles wat in de wereld is – zelfzuchtige begeerte, afgunstige inhaligheid, pronkzucht –, dat alles komt niet uit de Vader voort maar uit de wereld. 17 De wereld met haar begeerte gaat voorbij, maar wie Gods wil doet blijft tot in eeuwigheid.” (1 Johannes 2:16,17)
Het denken in de wereld is werkelijk het tegen-over-gestelde van het hart van God. En dat kunnen we hier bij de keuze van David zien. Waar iedereen denkt dat dit de koning wordt zegt God gewoon nee. Maar waar niemand aan denkt daar denkt God aan. God heeft een compleet andere kijk op de dingen omdat Hij niet vervuild is met het denken van de wereld.
En daarom moeten wij het denken van deze wereld uit ons systeem halen. We moeten zelfs niet de kleinste hint hebben van hoe de wereld denkt. Kijk maar naar Jezus hoe Hij op aarde kwam, in een stal met gewone ouders zonder al te veel bombarie. Gods plan is niet om in het denken van de wereld Zijn plannen waar te maken. God gaat Zijn weg en wij moeten op Die WEG komen.
Ook Paulus zegt, de wijzen in de wereld zullen in hun hemd worden gezet omdat God hen gebruikt die in de wereld voor niets worden aangezien. Gods hart is om Zijn hart in ons hart te krijgen. Vraag God om Zijn hart en vlucht van het hart van de wereld. Laat het ver weg zijn van ons leven.
“6 Bij hun aankomst viel zijn oog meteen op Eliab, en hij zei bij zichzelf: Hij die daar klaarstaat is vast en zeker degene die de HEER wil zalven. 7 Maar de HEER zei tegen Samuel: ‘Ga niet af op zijn voorkomen en zijn rijzige gestalte. Ik heb hem afgewezen. Het gaat niet om wat de mens ziet: de mens kijkt naar het uiterlijk, maar de HEER kijkt naar het hart.’ 8 Toen riep Isaï Abinadab en stelde hem aan Samuel voor, maar die zei: ‘Ook hem heeft de HEER niet gekozen.’ 9 Isaï stelde Samma voor, maar weer zei Samuel: ‘Ook hem heeft de HEER niet gekozen.’ 10 Zo stelde Isaï zijn zeven zonen aan Samuel voor, maar telkens zei Samuel dat dit niet degene was die de HEERgekozen had. 11 ‘Zijn dit alle zonen die u hebt?’ vroeg hij. ‘Nee,’ antwoordde Isaï, ‘de jongste is er niet bij, die hoedt de schapen en de geiten.’ Toen zei Samuel tegen Isaï: ‘Laat hem hier komen. We beginnen niet aan de maaltijd voordat hij er is.’ 12 Isaï liet hem halen. Het was een knappe jongen met rossig haar en sprekende ogen. En de HEER zei: ‘Hem moet je zalven. Hij is het.’ 13 Samuel nam de hoorn met olie en zalfde hem te midden van zijn broers. Van toen af aan was David doordrongen van de geest van de HEER. Daarna vertrok Samuel weer naar Rama.” (1 Samuel 16:6-13)