De zalving van David

“12 Isaï liet hem halen. Het was een knappe jongen met rossig haar en sprekende ogen. En de HEER zei: ‘Hem moet je zalven. Hij is het.’ 13 Samuel nam de hoorn met olie en zalfde hem te midden van zijn broers. Van toen af aan was David doordrongen van de geest van de HEER. Daarna vertrok Samuel weer naar Rama.” (1 Samuel 16:12, 13)

Nadat God David had uitgekozen zalfde Samuel David met olie en de Geest van God kwam op David in kracht. Gods Geest was op David om hem kracht te geven. Hetzelfde gebeurde met Jezus, Jezus kreeg ook de Geest op Zijn leven om in die kracht te wandelen. En deze realiteit moeten we niet onder laten sneeuwen door onze discussies over dogma’s.

Er is een realiteit in zalving, en die realiteit moeten we toelaten in ons leven en in onze gemeenten. Als we dit niet doen dan proberen we in onze eigen kracht en eigen ‘goedheid’ een leven te hebben tot eer van God. En aangezien we het daar allemaal over eens zijn (niet de invulling) wij kunnen niet tot Gods eer leven. Het is de kracht van Zijn Geest, Zijn zalving waardoor we MOETEN leven.

En David kreeg het omdat God verlangde om Zijn Geest uit te storten om zijn dienstknecht. In Joel profeteerd de profeet ook over het verlangen van God om Zijn Geest op alle vlees uit te storten. Ik hoop dat we zien dat het niet een dogma is maar dat het het verlangen van de Vader in de hemel is om Zijn Geest uit te storten. Hij wil niets liever dan lege kruiken die Hij kan vullen.

“11 Welke vader onder jullie zou zijn kind, als het om een vis vraagt, in plaats van een vis een slang geven? 12 Of een schorpioen, als het om een ei vraagt? 13 Als jullie dus, ook al zijn jullie slecht, je kinderen al goede gaven schenken, hoeveel te meer zal de Vader in de hemel dan niet de heilige Geest geven aan wie hem erom vragen.’” (Lukas 11:11-13)

En dat is het, het geloof of vertrouwen in God dat Hij ons wil vullen, niet omdat ik nu eenmaal ik ben, maar omdat God, God is. In dit vertrouwen mogen we leven. De Vader zalft ons zodat wij kunnen wat Hij van ons vraagt.

This entry was posted in 09 1 Samuel, 42 Lukas. Bookmark the permalink.